Achtergrond

Van barricade naar bestuurskamer

De Landelijke Studentenvakbond begon in 1983 als linkse actiegroep met een brede politieke agenda. Een kwart eeuw later is de bond een professionele lobbyclub die zelfs de partij van Geert Wilders te vriend wil houden. Niet iedereen is blij met dit pragmatisme, al verzekert het huidige bestuur ‘nooit iets te zullen ondertekenen dat slecht is voor studenten’.

Twee weken geleden werd minister Plasterk van Onderwijs rechts ingehaald door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). De lidbonden van de LSVb verwierpen een motie dat bestuurders in het hoger onderwijs niet méér mogen verdienen dan premier Balkenende. LSVb-voorzitter Lisa Westerveld: ‘Sommige lidbonden zeggen: ‘iemand die goed presteert, verdient gewoon meer’. Minister Plasterk noemt de topsalarissen daarentegen ‘ongelooflijk’ en wil een harde aanpak.

De LSVb, die deze week haar 25-jarig bestaan viert, was ooit een linkse actiegroep. Maar dat is veranderd. De bond wil nu vooral in gesprek blijven, met de minister, maar ook met politieke partijen van allerlei pluimage. Gijs van Dijk, drie jaar geleden bestuurslid en nu werkzaam bij de Algemene Onderwijsbond, noemt de LSVb een lobbyclub. ‘Continu druk in Den Haag uitoefenen, daar gaat het om. Dat de studiefinanciering blijft bestaan, het collegegeld niet verhoogd wordt, daar ben je als een waakhond mee bezig.’

Overigens doet de LSVb het beter dan een aantal jaar geleden. ‘Ze waren toen een beetje saai,’ vindt René Danen, voorzitter in 1991-’92 en nu voorman van de actiegroep ‘Nederland bekent Kleur’. ‘Tegenwoordig reageren ze snel en met de juiste toon op standpunten.’ De bond krijgt meer leden: vorig jaar nog trad een nieuwe lidbond toe, van hbo-studenten uit Zwolle.

Maar de koers van de LSVb zorgt ook voor problemen. Wie lobbyt, kan door de regering worden ingepakt, tussen de lokale bonden botert het niet altijd, en waar de LSVb vroeger een duidelijke politieke visie had, heeft de bond nu, als gesprekspartner voor onderwijszaken, niet automatisch een grote aantrekkingskracht op studenten. ‘Het lidmaatschap van de LSVb is minder zinvol dan vroeger,’ vindt Willem Bos, voorzitter van de aangesloten Groninger Studentenbond.

Toen de LSVb in 1983 werd opgericht, leek de bond zo weggelopen uit de revolutionaire jaren zestig. ‘Wij hadden één middel en dat was actievoeren,’ zegt Mariëtte Hamer, toen medeoprichter van de LSVb, nu fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid. Hamer liep in Indiajurken rond en sprak de minister van Onderwijs welgeteld één keer.

Demonstraties en bezettingen waren in de jaren tachtig en vroege jaren negentig het communicatiemiddel bij uitstek. Maarten van Poelgeest, nu wethouder voor GroenLinks in Amsterdam, leidde als voorzitter van de LSVb in 1988 een demonstratie van 35 duizend studenten. Het leverde hem veel bekendheid op. Maar waren zulke acties op termijn effectief? Veel bezuinigingen werden alsnog doorgevoerd. ‘Dat is moeilijk te zeggen,’ vindt Van Poelgeest. ‘Ik ben zelf niet van de school die pas vindt dat je iets moet doen als je zeker weet dat het effectief is.’

De actiebeweging kalfde geleidelijk af. In 1992 ging minister van Onderwijs Jo Ritzen na langdurige protesten met René Danen in debat. Het contact met de minister werd daarna intensiever. Kysia Hekster, LSVb-voorzitter in 1994-’95, zag Ritzen vaker dan haar eigen ouders, schrijft ze in een jubileumboek. Bij studenten vervloog de bereidheid tot demonstreren. Bezuinigingen golden pas voor de volgende studentengeneratie en voor eeuwig studeren was toch geen geld meer.

Ritzen kon de LSVb goed gebruiken, vertelt Mariëtte Hamer, toen ambtenaar op het ministerie van Onderwijs. De bewindsman was het stiekem oneens met de bezuinigingen die hij volgens het regeerakkoord moest uitvoeren. ‘Ik heb altijd gedacht dat hij bewust tegenstand organiseerde door geld te geven aan de LSVb, zodat die professioneler werd en actie kon voeren. Dat heeft hij vervolgens gebruikt om zichzelf onder druk te krijgen richting het kabinet. Eigenlijk denk ik niet dat de LSVb het door heeft gehad.’

Demonstraties halen de televisie, maar lobbywerk is onzichtbaar. ‘Als iets goed gaat, krijgen we daarvoor niet altijd de credits,’ zegt Lisa Westerveld, die mag meepraten over de wetsvoorstellen van minister Plasterk. Maarten van Poelgeest denkt dat de invloed van de LSVb is vergroot als het gaat om onderwijshervormingen. ‘Dan is het belangrijk dat je in een vroegtijdig stadium een ingang hebt om te praten.’ Mariëtte Hamer maakt een kanttekening. ‘Als je inspraak hebt in conceptplannen, bind je je aan de uitkomst van de besluitvorming. Je kunt nooit meer zeggen: hier had ik niets mee van doen.’

Dat is een probleem, erkent Lisa Westerveld. ‘Maar we zullen nooit onze handtekening zetten onder iets wat slecht is voor studenten. De kans op actie bestaat altijd.’ Geldt dat ook nog als ze eerst maandenlang onderhandeld heeft met de minister? Uitgesloten is het niet, zegt ze. ‘Als je het maar eerst op alle andere manieren hebt geprobeerd.’

De LSVb is als federatie opgericht door lokale studentenbonden. Het landelijk bestuur had toen weinig te vertellen. ‘Elk jaar was het afwachten wie daar wilde wachtlopen,’ zegt Maarten van Poelgeest. Tussen de lidbonden onderling was vaak heibel, maar het was duidelijk wie de meeste invloed had.’ René Danen: ‘Een lokale bond die net een week de universiteit had bezet, had op de ledenvergadering een sterkere positie om zijn argumenten kracht bij te zetten, dan anderen.’

Tegenwoordig lopen de machtslijnen anders. Het bestuur maakt de dienst uit en de lidbonden controleren vooral achteraf. Heibel is er overigens nog steeds. De lidbonden vallen uiteen in twee groepen. Allereerst zijn er de bonden die nog steeds een beetje activistisch zijn, zoals de bonden in Wageningen en Groningen, die studenten ondersteunt bij kraakacties. Aan de andere kant staan de bonden van Utrecht, Delft en de Universiteit van Amsterdam, die liever geen actie voeren en zichzelf ‘pragmatisch’ noemen, aldus Eline Kleiwegt, voorzitter in Delft.

‘Dat geeft soms gezonde frictie,’ zegt oud-LSVb’er Gijs van Dijk. De motie voor een maximum aan de salarissen van universiteitsbesturen, werd ingediend door de bond in Groningen en liep stuk op verzet van de pragmatici. Eline Kleiwegt: ‘Wij zeggen: kijk hoe de situatie is, en dan hoef je niet per se een plafond voor dat salaris af te spreken.’

De bonden in Amsterdam en Delft zijn veel groter dan de rest: ze trekken enkele duizenden leden omdat ze diensten aanbieden als goedkope boekenverkoop en kamerbemiddeling. De andere bonden hebben hooguit een paar honderd leden. ‘De LSVb is bang om Amsterdam en Delft voor het hoofd te stoten,’ zegt Willem Bos uit Groningen.

Om alle lidbonden en Haagse gesprekspartners tevreden te houden, profileert de LSVb zich als belangenorgaan voor het hoger onderwijs. Vroeger bemoeide de LSVb zich met van alles, van milieukwesties tot kraken. Engagement was belangrijk. Mariëtte Hamer: ‘Wij waren van de bredere maatschappelijke functie. Maar dat heeft ook met de tijdgeest te maken. Nu is het allemaal resultaatgerichter.’

René Danen merkte dat toen hij Lisa Westerveld vroeg mee te doen aan een actie tegen Geert Wilders. Ze weigerde: het ging niet over onderwijs. ‘Bovendien hebben we goede contacten bij de Partij voor de Vrijheid’, voegt ze er desgevraagd aan toe. Ze wil geen studenten afschrikken die met Wilders sympathiseren. Ook het manifest ‘Benoemen en bouwen’ van Doekle Terpstra weigerde ze te ondertekenen, en de discussie over topsalarissen van onderwijsbestuurders ligt eveneens gevoelig. ‘Dan krijg je eigenlijk een maatschappelijke discussie.’

Als de LSVb studenten wil binden, moeten ze niet bang zijn en juist een politieke koers kiezen, denkt René Danen. Anders springen andere studentenorganisaties in dat gat. ‘Ik vind het bovendien bijna een morele verplichting voor een studentenvakbond om je uit te spreken tegen onrecht.’ Zorgen maakt hij zich niet, want hij ziet de polarisatie vanzelf terugkomen. Verwijzend naar de onverwachte scholierenprotesten van het afgelopen jaar: ‘Over drie tot vier jaar zijn dat allemaal studenten.’

Weinig oog voor het hbo

Bij de oprichting in 1983 wilde de LSVb zich sterk maken voor het gehele hoger onderwijs. ‘De LSVb is de eerste studentenvakbond geweest die studenten van het hbo, de lerarenopleidingen en de universiteiten bij elkaar bracht,’ zegt Mariëtte Hamer.

Maar in de praktijk is het hbo een zorgenkindje. De LSVb wil een ‘denktank’ oprichten om de aandacht daarvoor te vergroten. Het is namelijk lastig om hbo-studenten te mobiliseren. Ze wonen vaker thuis, zijn jonger dan universitaire studenten en minder vaak politiek actief. Bij hogescholen hebben studenten bovendien minder inspraak.

Voormalig bestuurslid Gijs van Dijk: ‘De LSVb profileert zich te veel als een bond voor universiteiten. In het bestuur zitten nu alleen universitaire studenten. Dat is zonde en onterecht. In het hbo studeren 350 duizend studenten. Veel meer dan universiteiten hebben hogescholen een emancipatoire functie. De LSVb beseft dat onvoldoende.’

Vorig jaar werd een nieuwe bond van hbo-studenten in Zwolle lid van de LSVb. Volgens voorzitter Xander Hartholt zijn de problemen bij hbo-instellingen en universiteiten vaak dezelfde, maar het accent verschilt. ‘Wij hebben geen tegengestelde standpunten. Maar als er gepraat wordt over kleine dingetjes, redeneert men nog te veel vanuit de universiteit.’