Hoogopgeleide afgestudeerden verhuizen steeds minder naar randgemeenten en daardoor groeien steden, voorheen deden ze dat wel zodra ze klaar waren een gezin te starten. Dankzij deze twintigers en dertigers groeien de steden weer, blijkt uit een groot onderzoek.
In de jaren zeventig en tachtig wisten hoogopgeleide twintigers niet hoe snel ze hun studentenstad weer moesten verlaten: ze trokken naar Nieuwegein of Spijkenisse en startten daar hun gezin. Maar het kan verkeren: de jonge ouders van toen lopen nu tegen hun pensioen en de kinderen zijn het huis uit. De groeikernen van weleer vergrijzen en lopen langzaam leeg.
Nee, dan de grote steden. Die groeien sinds een jaar of vijftien gestaag en dat komt vooral doordat hoogopgeleide gezinnen tegenwoordig liever in de stad blijven wonen, blijkt uit een omvangrijk onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving naar bevolkingsontwikkelingen in de stad.
Fietsafstand
Hoogopgeleide tweeverdieners hebben geen zin om in de file te staan en willen bij het jongleren met werk, gezin en hobby’s alle voorzieningen op fietsafstand. Dankzij Vinex-wijken en renovatie is wonen in grote steden bovendien aantrekkelijker dan twintig jaar geleden.
Ook de aard van het hoger onderwijs blijkt van invloed op de samenstelling van de bevolking: Utrecht trekt veel meer vrouwen dan mannen, in Delft is dat precies andersom. Dat heeft invloed op de keuzes later in het leven: uit Utrecht vertrekken minder jonge gezinnen dan uit andere steden. Daar komt bij dat technici liever buiten de stad wonen, terwijl het alfa’s niet stads genoeg kan zijn. Oftewel: een stad als Eindhoven groeit minder hard dan bijvoorbeeld Amsterdam.
Groningen, de uitzondering
Sommige studentensteden lukt het minder goed om afgestudeerden vast te houden. Groningen leidt veel vrouwen en veel alfa’s op maar door de beroerde arbeidsmarkt trekken veel afgestudeerden alsnog naar de Randstad. Daar heeft een studentenstad als Eindhoven minder last van: in die regio zijn genoeg banen voor technici.