Net als vorig jaar is het niet gelukt om hogeschoolstudenten in het bestuur van de landelijke studentenorganisatie ISO te krijgen. Het kandidaatbestuur bestaat uit vijf studenten met een universitaire achtergrond. Volgend jaar neemt het ISO een extra hbo’er op in de wervingscommissie.
Het ISO maakte afgelopen vrijdag de lijst bekend met de kandidaten voor het bestuur voor 2020-2021. De algemene vergadering, die bestaat uit studenten uit de centrale medezeggenschapsraden van hogescholen en universiteiten, sprak vrijdag digitaal het vertrouwen uit in de kandidaten. Op 27 juni nemen zij het stokje over van het huidige bestuur.
Vorig jaar bleek van de bestuurders van het ISO (net als bij tegenhanger Landelijke Studentenvakbond) geen enkele student aan een hogeschool te studeren. Met uitzondering van één iemand die twee jaar hbo-ervaring heeft). Terwijl bestuurders zeggen het belangrijk te vinden dat de studentenorganisaties aansluiten bij de achterban van universitaire én hogeschoolstudenten.
‘Dit kan echt niet’
‘Dit kan echt niet’, twitterde HU-collegevoorzitter Jan Bogerd, ‘zeker nu er tijdens en na de coronacrisis ingrijpende zaken spelen die alle studenten raken.’ Hij is het eens met collegavoorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam, die op Twitter schreef: ‘Je mist daarmee de verbinding met ruim 60% van de Nederlandse studenten.’
‘Dat is iets wat wij zelf heel erg jammer vinden’, reageert ISO-bestuurslid Eline van Hove (de enige met twee jaar hbo en later afgestudeerd aan de Universiteit Twente). Ook het ISO streeft naar een gelijke verdeling in het bestuur. Maar aan hogescholen is de participatie aan studentenactiviteiten zoals de medezeggenschap en bestuursjaren minder onderdeel van de studentencultuur dan bij universiteiten, signaleert zij. Daardoor is de werving van hbo’ers moeilijker.
Sollicitatiecommissie
Ze wijst erop dat de diversiteit bij het zoeken naar bestuursleden zich ook uit in de verhouding man-vrouw, studenten uit verschillende steden en met verschillende studieachtergronden. ‘Hbo’ers solliciteren in mindere mate dan universitaire studenten. En de sollicitatiecommissie achtte deze studenten het meest geschikt voor het ISO-bestuur in het komende jaar. Die sollicitatiecommissie telde vijf personen waaronder één hbo’er.’
Daarbij stellen universiteiten vaker meer uren ter beschikking voor deelname aan de medezeggenschap dan hogescholen, weet Van Hove. ‘Bij universiteiten zijn veel studenten die hun studie een jaar neerleggen om fulltime in te zetten in de medezeggenschap. Dat is op hogescholen veel minder het geval.’
Andere studentencultuur
Er is sprake van een andere studentencultuur, vind zij. Universitaire studenten zijn eerder geneigd om een bestuursjaar te nemen. Hbo’ers kiezen er doorgaans voor om door te studeren en willen geen jaar verliezen. Een bestuurlijke functie na het afstuderen is meestal ook geen optie. Van Hove: ‘Op het hbo is in het laatste jaar vaak een stage en studenten willen graag blijven werken op de plek waar ze stagelopen. Ook is het onderwijs op een universiteit meestal meer flexibel ingericht.’
Voor volgend jaar neemt het ISO een extra hbo’er op in de wervingscommissie, zo is besloten. Die bestaat nu uit een lid van het huidige bestuur en medewerker van het ISO. ‘Daarmee hopen we studenten van hogescholen te bereiken en te overtuigen dat zitting nemen in het bestuur echt de moeite waard is’, aldus Van Hove.