Achtergrond

Als ik burgemeester was…

Wel eens over nagedacht wat je zou doen als je burgemeester van Utrecht was? Van stadsdichter tot nachtburgemeester, collegevoorzitter tot kritische studenten en lector tot docent, alle zes stippelden ze op verzoek van gasthoofdredacteur Aleid Wolfsen hun beleid uit.

Geri Bonhof (56), voorzitter college van bestuur Hogeschool Utrecht 

‘Er zijn drie accenten die ik zou leggen als ik burgemeester van Utrecht was. Ten eerste: meer aandacht voor de doelgroep studenten. Er wordt van alles gedaan voor allerlei doelgroepen, inwoners van de wijk Kanaleneiland, homo’s, ouderen, maar waar blijft de aandacht voor de 65.000 studenten? Dit zijn de toekomstige kenniswerkers, de innovatiekracht van Utrecht. Bovendien doen ze van alles in de stad: een project schuldsanering, de Voorleesexpress, adviseren van MKB. Stel je de stad eens voor zonder studenten. Zij houden de stad vitaal. Misschien dat ik een wethouder speciaal voor De Uithof zou aanstellen. Onverdeelde aandacht, geen kastje naar de muur, vaker met studenten in gesprek. Ten tweede zou ik als burgemeester de relatie met de kennisinstellingen in Utrecht intensiveren. Utrecht zit op goud, maar moet het wel verzilveren, is de naam van een publicatie uit 2008, en daar zit een punt. Waar zou Utrecht zijn zonder hogeschool, universiteit, het UMC? Ik zou als burgemeester het Science Park, waarin gemeente, provincie, universiteit, hogeschool en medisch centrum samenwerken, een flinke boost geven. Als derde pleit ik ervoor om vooral buiten grenzen van de stad, zelfs van de Randstad, te kijken. Utrecht mag best een grote broek aan. Nederland is niet de maat der dingen. Het is geen Utrecht of Amsterdam, maar metropool Randstad die moet concurreren met opkomende machten als China en India. Binnenkort komen er zeshonderd medewerkers van het innovatiecentrum van Danone naar De Uithof. Ze komen kennis brengen, gaan genieten van de mooie, oude binnenstad, het culturele aanbod, de restaurants. Utrecht onder mijn burgemeesterschap is de stad van kennis en cultuur, en laten we daar vooral naar leven.’

Ingmar Heytze (40), oud-eindredacteur Trajectum,
stadsdichter van Utrecht

Burgemeestersrondeel
Het is goed dat ik geen burgemeester ben.
Dat is waarschijnlijk voor iedereen beter, ook
voor sommige burgemeesters, maar voor hen is
het te laat. Met het bestaan van burgemeesters
heb ik geen probleem, hoewel me nu even geen
overtuigende reden invalt voor hun bestaan.
Ik veronderstel dat iemand het moet doen.
Persoonlijk ben ik breekbaar en motorisch
gezien nogal grillig met gouden scharen,
scheepswanden en champagne. Daarbij ben ik
van mening dat je overal voor weg mag lopen,
voor verantwoordelijkheden bijvoorbeeld,
zolang je zelf maar weet waarheen. Ten slotte
vermoed ik dat persoonlijk zijn een luxe is
die zelden voor een burgemeester is weggelegd.
Het is, kortom, met liefde en respect voor
alle burgemeesters, beter dat ik er geen ben,
voor iedereen, maar goed, dat had ik al gezegd.

Jean Pierre Wilken (52), lector participatie, zorg en ondersteuning aan de Hogeschool Utrecht

‘Onder mijn beleid wordt Utrecht het meest sociale hart van het land. Een kloppend hart. Ik wil een stad waarin iedere burger mee kan doen, waar die ook vandaan komt, met of zonder handicap, ziek of gezond. Iedereen is van waarde, ook de dakloze. Kwetsbare burgers leveren hoegenaamd geen bijdrage aan de economie door ziekte of handicap of ander probleem in tegenstelling tot gezonde, werkende burgers. Maar om leefbaarheid voor iedereen te bevorderen moeten we gaan denken vanuit het idee van wederkerigheid: je hebt elkaar nodig en je moet wat voor elkaar over hebben. Als burgemeester van Utrecht stel ik daarom in elke wijk een wijkteam in. Hierin zitten zowel zorgprofessionals, welzijnswerkers als buurtbewoners. Het wijkteam functioneert als een spin in het web van sociale verbanden in de wijk. De buurtbewoners zijn sleutelfiguren uit sportclubs, het buurthuis, kerken, moskeeën, de speeltuin, scholen. Samen met professionals bewaken zij de sociale samenhang in de buurt. Structureel, dus geen project dat maar twee jaar geld krijgt, maar een basisvoorziening in iedere wijk. Wat ik zelf zou doen als burgemeester? Mijn buren leren kennen en vrijwilligerswerk doen. Dat doe ik nu al door gehandicapte mensen te begeleiden bij sporten. Er is een project in Hoograven waar ik enthousiast over ben. Het heet ‘Tijd voor elkaar’ en is gebaseerd op het systeem van vraag en aanbod en uitgevoerd door buurtbewoners. Een vrouw van 75 krijgt hulp bij het onderhouden van haar tuintje. In ruil daarvoor leest ze kinderen voor op de kinderopvang. En zo kan ik meer dingen bedenken: allochtone vrouwen fietsen leren, computerlessen geven noem maar op. Iedereen heeft wel iets aan te bieden.’

Dharmen Nokhai (30), oud-HU-student communicatiesystemen, mc bij hiphopcollectief Boemklatsch, dat voor twee jaar tot nachtburgemeester van Utrecht is gekozen.

‘In Berlijn is de sfeer open, ontspannen, met op elke hoek van de straat een tof galerietje, elke zomerdag wat leuks te doen: een bandje, een parkfestival, straattheater. Dat wil ik in Utrecht. Als ik burgemeester was, zette ik op het Vredenburg een groot amfitheater neer. Vergeet See you in 2030, het moet nu! Anders zijn er straks generaties jonge mensen die het Vredenburg niet meer kennen. Ik zie het amfitheater al voor me: een grote kuil, een halve maan, grote trap, een vast podium en een half dak. Onverwoestbaar, alles uit één stuk. De amfi-agenda wordt samengesteld door een groep mensen die ik aanstel. Geen ambtenaren, die zijn niet op de hoogte, maar credible mensen, zoals Kyteman, hiphopcollectief Habek, kleinkunstgezelschap Op Losse Schroeven, techno-organisatie 030303, de creatieven van de toekomst, uit alle hoeken van de stad. Zelfs als er niks gepland staat, is het tof bij het amfitheater. Mensen die er spontaan gaan jammen, toneelspelen, rappen. Het moet weer leuk worden op zondag, met ieder weekend een gratis concert. Geen veilige namen, maar verrassende. De namen van de toekomst. Ik weet trouwens ook al een geweldig festival om in het amfitheater te houden. Wij van Boemklatsch zijn voor twee jaar gekozen tot nachtburgemeester van Utrecht, en organiseren volgend jaar De Nacht van de Burgemeester, een soort museumnacht meets music. Laat nou het Amfitheater het perfecte festivalcentrum zijn. en op de vetste plekken in de stad krijgen alle Utrechtse culturele organisaties een podium: Lepelenburg, Ledig Erf, de tunnel van de Catharijnesingel. De Nacht van de Burgemeester wordt onze legacy. Zo’n nacht met het gevoel van Koninginnenacht, als iedereen eerder van z’n werk gaat om op tijd te zijn voor het feest. Ik vind dat ik als burgemeester zou moeten zorgen voor een rijk, cultureel leven in de stad. Daarin kan Utrecht zich echt onderscheiden. Utrecht moet zijn als Berlijn! We hebben ten slotte hetzelfde netnummer.’

Jeremy Crowlesmith (28), oud-HU-student informatica, studeert nu liberal arts & sciences aan de Universiteit Utrecht, oprichter Kritische Studenten Utrecht (KSU).

‘Ik ben niet verkiesbaar als burgemeester, maar als ik toch burgemeester was, zou ik mezelf opheffen en de gemeenteraad alle macht geven. Echte veranderingen komen volgens mij van onderaf, door sociale bewegingen die ervoor knokken. Zoals de emancipatiebeweging die in de jaren zestig en zeventig opkwamen voor meer democratisch hoger onderwijs, voor vrouwen- en homorechten. Zij hebben echt wat teweeg gebracht. Politiek en machthebbers reageren alleen maar, ze veroorzaken niet. Ik zou graag zien dat beslissers zo dicht mogelijk staan bij de gevolgen van die beslissing. Zoals een buurtcommissie die beslist over haar eigen buurt. Buurtbewoners weten het beste wat er speelt. Laat ze zelf hun eigen probleemjongeren aanspreken, of ze een plek geven in het buurthuis of een sportterrein. Het zou mooi zijn als de studenten die in de Uithof wonen zichzelf gingen organiseren en zelf zouden bepalen: komt er een busbaan of een park. Nu komen de plannen uit het stadhuis, terwijl die mensen zelf niet in de Uithof wonen. Een aantal zaken hoort wat mij betreft gratis zijn en dus door gemeenschapsgeld betaald te worden: onderdak, gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer. En ik zou het witte fietsen plan in ere herstellen. En tot slot: stoppen met de controlezucht: identiteitsplicht, camera’s of nog erger: straatcommando’s. Daar krijg je bange, geïsoleerde mensen van. Ja, er bestaat geweld en hebberigheid, maar we moeten juist het positieve van de mens stimuleren: solidariteit en gemeenschapsgevoel.’

Nerko Hadziarapovic (33), docent entertainmentmarketing aan de faculteit Economie en Management van de Hogeschool Utrecht.

‘Als docent ben ik een paar keer voor een uitwisselingsprogramma in China geweest. Daar bouwden ze in een jaar tijd een metrotunnel van veertig kilometer. Je wilt niet weten hoeveel mensen daarvoor hun huis uit zijn gezet, maar in principe bewonder ik die flexibele opstelling. In Nederland zijn we de andere kant op doorgeschoten. Langdurige procedures houden allerlei plannen tegen. Ook plannen voor het bevorderen van een kenniseconomie. Wij leven van kennis, en daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Daarom zeg ik: haal de kennis van de wereld naar Utrecht. Laat het onderwijs meer samenwerken met het bedrijfsleven zodat er geld en kennis beschikbaar komt. Tijden veranderen, en wij moeten mee veranderen. Utrecht zit vol jonge intellectuelen, die moet je blijven inspireren. Dat zou ik als burgemeester doen. Bijvoorbeeld door belangrijke sprekers van over de hele wereld hier naartoe te halen voor een lezing. En door creatieve ideeën te stimuleren en faciliteren. Verder wil ik als burgemeester van Utrecht dat het onderwijs van het begin af aan goed is, ook in wijken als Kanaleneiland en Overvecht. Als enige allochtoon op een school in Bilthoven had ik het vroeger makkelijk. Maar op zwarte scholen nu wordt de achterstand alleen maar groter, omdat de groep te groot is en de docenten het niet aankunnen. Het moet niet zo zijn dat je als allochtoon niet aangenomen wordt, of juist wel omdat je allochtoon bent. Je moet worden aangenomen omdat je goed bent in wat je doet. Dat mensen bij voorbaat minder kansen hebben, zit me dwars. Gelijke kansen krijg je alleen maar als iedereen hetzelfde vertrekpunt heeft. En dan nog de bereikbaarheid van de Uithof: kom op mensen, als de Chinezen in een jaar een veertig kilometer lange tunnel kunnen maken, kunnen wij toch een trambaan naar de Uithof bouwen?’.

Foto’s: Kees Rutten