Achtergrond

And the winner is…

Trajectum kreeg in januari veel enthousiaste nominaties binnen van studenten die hún studentbegeleider de beste vinden. Via een spannende stemronde werd de lijst van twintig meest genomineerden teruggebracht naar deze vijf finalisten. Zij strijden 25 maart in het Louis Hartlooper Complex om de titel Docent van het Jaar 2010. In Trajectum geven ze een voorproefje op het mini-college dat ze zullen geven om de jury en het publiek te overtuigen.

 

Yoni Shem-Tov
‘Ik choqueer graag’

Stijl van lesgeven
‘Ik kan niet stilzitten. Ik loop de hele zaal of klas door en ik sta bij elk tafeltje even stil. Hierdoor dwing ik de studenten hun aandacht op mij te vestigen.’

Middelen
‘In hoorcolleges gebruik ik altijd powerpoint, in werkcolleges soms. Eigenlijk gebruik, of zoals je wilt, misbruik ik studenten ook in mijn lessen. De betweter uit de klas wil ik bijvoorbeeld wel eens uitdagen voor een extra punt op een tentamen.’

Betere docent door studiebegeleiding?
‘Nee, ik denk dat je die twee dingen los moet zien. Bij studiebegeleiding kijk ik naar het individuele geluk, het proces van de student. In de les is dat meer collectief. Als ik daar zie dat iemand niet kan meekomen, nodig ik hem uit om nog een college te volgen. Als studentbegeleider pak je zoiets wel op en ga je ermee aan de slag.’

De finale
‘Ik ga het tijdens mijn mini-college hebben over veiligheid. Wat is het en waar komt het vandaan? Het interesseert mij enorm en het zou iedereen moeten interesseren, omdat het een verworven recht is. We hadden vroeger al wel het recht om onze eigen veiligheid te regelen, maar dat was meer oog om oog, tand om tand. Als jij een kip van mij steelt, dan steel ik er een terug. Ik wil het publiek bij de Docent van het Jaar-finale even laten stilstaan bij wat veiligheid is en hoe ze daar zelf, via het uitbrengen van hun stem tijdens de verkiezingen bijvoorbeeld, invloed op hebben.’

Voorbereidend huiswerk
‘Ik vraag de mensen die komen om een voorwerp mee te nemen dat voor hen veiligheid vertegenwoordigt. Dat kan variëren van een foto tot een beeldje. Ik neem zelf het burgerlijk wetboek mee, omdat daar in staat beschreven hoe wij in Nederland veiligheid hebben vormgegeven.’

 

Monique de Voigt
‘Ik wil graag alles weten’

Stijl van lesgeven
‘Bij mijn colleges hoort een powerpoint met heel veel plaatjes. Ik ben zelf nogal visueel ingesteld en voor mijn gevoel blijft iets beter hangen als je het ziet. Ik probeer elk onderwerp aan de praktijk te relateren. Ik wil mijn studenten prikkelen en aan het denken zetten. Bijvoorbeeld, als ik het over botontkalking heb vertel ik wat daarmee samenhangt. Ik noem ook dat vrouwen boven de vijftig daarmee te maken hebben. Maar waarom dan? Iets met hormonen ofzo. Dat moeten ze zelf dan opzoeken.’

Middelen
‘Ik neem al mijn colleges op video op. Die staan op Sharepoint. Ze worden gelukkig niet gebruikt ter vervanging van mijn college, anders zou er niemand meer in de zaal zitten. De studenten gebruiken ze als naslagwerk. In toetsweken gaan ineens de kijkcijfers omhoog. Het heeft ertoe geleid dat andere docenten het ook doen. Bij fysiotherapie is het zelfs verplicht gesteld.’

Betere docent door studiebegeleiding?
‘Je hoort als studentbegeleider veel terug over het onderwijs, juist ook de dingen die minder goed gaan. Ik vind dat iedere docent er daarom goed aan doet studentbegeleider te zijn. Ik herken in mijn lessen studenten die het moeilijk hebben met de stof, studenten die last hebben van faalangst. Laatst had ik er nog een, die vloog de gordijnen in toen ze een rollenspel moest doen. Die heb ik toen maar meteen bij de decaan afgezet. Ze was tweedejaars en zoiets had toch al eerder ontdekt moeten worden.’

De finale
‘Ik zit eraan te denken om tijdens mijn mini-college een casus te bespreken die ik ook in mijn lessen gebruik. Het is eigenlijk gewoon een verhaal, maar daarin komen duidelijk de competenties van de verpleegkundige aan bod. En ook de twijfels en de angsten. Veel studenten kiezen ervoor om ‘iets met mensen’ te doen maar hebben in eerste instantie niet door dat ze dan ook met moeilijke situaties te kampen krijgen. Er komt emotie bij kijken, niet alleen van de patiënt, maar ook van de familie. En daar moet je mee kunnen omgaan.’

Voorbereidend huiswerk
‘Er hoeft geen voorbereiding gedaan te worden, de mensen kunnen gewoon gaan zitten en het aanhoren.’

 


Veysel Tan
‘Mijn baan is mijn hobby’

Stijl van lesgeven
‘Interactie is waar ik naar streef in mijn lessen. Ik stel veel vragen en ken praktisch elke student bij naam. Tot grote verbazing van de studenten. Ik vind het namelijk belangrijk dat ik mijn studenten ken. Niet alleen weet wie ze zijn, maar ook waar ze vandaan komen, wat hun ambities zijn en waarom ze hbo-recht hebben gekozen.’

Middelen
‘Ik ben zélf een middel waarmee de student de stof eigen kan maken. Ik pas als docent in het rijtje boek, reader, uitspraak van de rechtbank en het internet. Als ze bijvoorbeeld iets over het strafrecht moeten leren, kunnen ze lezen in een boek, ze pakken er een uitspraak bij, struinen internet af voor antwoorden én kunnen vragen stellen aan mij als docent. Maak gebruik van mij om iets te leren en kom niet in mijn les zitten omdat je daar móet zitten. Gelukkig is er altijd een veilige en gezellige sfeer in de klas, waardoor studenten echt durven te vragen.’

Betere docent door studiebegeleiding?
‘Er is discussie geweest over het feit of je je eigen slb-klas ook les moet geven. Ik vond dat raar, want ik kende de studenten van het vak veel beter dan die van mijn slb-groep. Dat vond ik jammer. Dan kwam ik mijn studenten in periode C weer tegen en dan moest ik een advies over ze uitbrengen, terwijl ik ze pas drie keer had gezien. Toen heb ik maar eens nagevraagd waarom dat zo geregeld was. Het antwoord was dat het moeilijk zou zijn voor de studentbegeleider om twee petten op te hebben. Je bent coach, maar ook de inhoudsdeskundige docent. In het laatste geval moet je soms streng zijn, huiswerk controleren. Zelf heb ik toen besloten om wél mijn eigen slb-klas les te geven. Sindsdien ervaar ik het als een aanvulling, ik leer de studenten nog beter kennen.’

De finale
‘Ik kan tijdens mijn mini-college een introductie van het recht doen, maar in tien minuten stap je te snel over belangrijke zaken heen. Ik denk dat ik het mezelf moeilijk ga maken door te proberen uit te leggen wanneer er sprake is van een strafbaar feit. Ik neem een oud voorbeeld mee en een recent en dat bespreek ik met de mensen die in de zaal zitten.’

Voorbereidend huiswerk
‘Ik weet nog niet precies wat ik ga doen, maar dat maakt niet zo veel uit. Het is ongeveer hetzelfde als een eerste les bij studenten. De ervaring leert dat studenten dan ook niet voorbereid zijn, dus voor dit college hoeft het ook niet.’

 


Roland van Rossum
‘Vaderfiguur’

Stijl van lesgeven
‘Ik ben coachend. In een zaal met honderd studenten loop ik altijd rond, ik stel vragen gericht op personen en spreek ik ze bij naam aan. Het zal je verbazen, maar ik ken ze bijna allemaal. En niet iedereen vindt het prettig om in een volle zaal aangesproken te worden. Of ik laat studenten helpen bij een opgave die ik in kleinere klas op een bord uitwerk. Dan zeg ik: ‘Oké, jij zegt dat je het snapt, laat maar zien’. Ik leg uit waarom ze die sommen moeten maken. De koppeling met de beroepspraktijk is essentieel.’

Middelen
‘Altijd een powerpoint. Ik gebruik mijn eigen laptop en daar zit een afstandbediening bij. Daarmee kan ik door een collegezaal lopen. Ik heb naast mijn baan als docent ook een eigen bedrijf waar ik logistieke opleidingen geef. Zo moet ik binnenkort autoverkopers van Nissan leren hoe ze de nieuwe Qashqai aan de man kunnen brengen.’

Betere docent door studiebegeleiding?
‘Nee, ik denk niet dat er een link is. Ik denk dat het vooral aan de persoon ligt, of je nou docent of studentbegeleider bent. Je moet er aanleg voor hebben. Niet iedereen kan het. Ik kan het doordat ik een redelijk extravert iemand ben. Ik ben naïef, ik ben goed van vertrouwen. Iedereen heeft bij mij het voordeel van de twijfel, altijd! Maar als je het dan schaadt, dan is het over. Dan moet je van goede huize komen om het goed met me te maken. En ik spreek mensen direct aan. Ik ben daarbij niet bang om de gevoelsinterventie te maken. Ik vind dat ik een soort vaderfiguur ben.’

De finale
‘Ik denk dat ik het publiek vragen ga stellen tijdens mijn mini-college. Wat is in jouw optiek logistiek? Heb je thuis met logistiek te maken? Dan zullen mensen erachter komen dat iedereen heel vaak met logistiek te maken heeft. Het maken van een planning, het bijhouden van een agenda. Ik ben alleen bang voor die tien minuten. Als ik namelijk over mijn vakgebied begin te praten, dan kan ik niet zomaar meer stoppen. Het wordt een uitdaging.’

Voorbereidend huiswerk
‘De mensen kunnen gewoon achterover zitten en het over zich heen laten komen.’

 


Kees Buurman
‘Geluksvogel’

Stijl van lesgeven
‘Ik heb tijdens het lesgeven geleerd te kijken naar het hier en nu. Dat betekent dat ik het schema dat ik in mijn hoofd heb loslaat en veel meer meega met wat er op dat moment gebeurt. Ik heb geleerd te improviseren. Dat is spannend, je weet niet helemaal zeker waar je uitkomt. Misschien vertel je uiteindelijk niet wat je wilde vertellen, maar in de loop der jaren heb ik vertrouwen gekregen dat de boodschap wel goed overkomt.’

Middelen
‘Als muziekdocent gebruik je verschillende instrumenten. Ik doe veel met stem en met improvisatie. Geest én lichaam. Een meisje in de les had moeite met ritme omdat ze het ritme heel erg in haar hoofd wilde controleren, in plaats van dat ze het voelde. Een medestudent had een vrij vergaand idee om haar daar mee helpen en ik heb dat als docent toegelaten, zelfs gestimuleerd. Hij ging achter haar zitten, vroeg ook of dat van haar mocht, en liet het meisje haar handen op die van hem leggen. En stapje voor stapje liet hij haar voelen wat ritme was. Ik vond dat heel spannend. Ik vroeg ook aan hem: “Wat nu als ze had gezegd dat ze niet wilde dat jij achter haar kwam zitten?” Daar had hij ook een plan voor gehad. Zoiets vind ik mooi en daar geef ik graag ruimte voor. Het levert soms unieke leermomenten op.’

Betere docent door studiebegeleiding?
‘Ik vind het heel prettig om studenten op hun weg te volgen. Ik kan ze op bepaalde momenten helpen of steunen, ze kritisch benaderen of uitdagen. Door studiebegeleiding weet je beter waar studenten mee zitten, waar ze mee te maken krijgen, wat lastig voor ze is en wat ze nodig hebben.’

De finale
‘Ik grijp tijdens de finale de mogelijkheid aan om creatieve therapie onder de aandacht te brengen. Collega’s van me zeiden ook al dat het zo mooi is dat er nu iemand van ons daar is. Ik voel me verantwoordelijk om de opleiding in het zonnetje te zetten. Ik ben alleen iets onzekerder dan normaal. Ik heb een paar weken geleden een auto-ongeluk gehad en liep daarbij nekklachten en een hersenschudding op. Mijn concentratie en overzicht zijn een beetje weg. Maar ik ben niet bang. Als het niet goed gaat, dan gaat het niet goed. Ik kan er wel mee leven.’

Voorbereidend huiswerk
‘Ik ga ervan uit dat het publiek vol met mensen zit die niet weten wat muziektherapie is. Dus mijn uitgangspunt is dat ik een manier van communiceren bedenk die iedereen moet kunnen volgen. Enige voorbereiding is dus niet geboden.’

 

Hoe is het nu met Docent van het Jaar 2009 Else de Haan?
‘Na het winnen van de finale van vorig jaar heb ik me meer gerealiseerd hoe centraal de rol van de docent is in het onderwijs. Echt goed lesgeven zit hem niet in de middelen, maar in de relatie tussen docent en student. De rol van de docent wordt door de beleidsmakers soms een beetje onderschat. De titel Docent van het Jaar heeft me veel gebracht. De dag na de finale zat ik in de show van Giel Beelen op 3FM. CampusTV heeft een video met me gemaakten de hogeschool heeft me gevraagd voor een panel bij het onderwijscongres. Zeer positieve effecten. Mijn directe collega’s vinden het leuk. Al blijft het wel gek om gekozen te worden. Het voelt niet alsof ik alleen erboven uitsteek, we maken het onderwijs met een team.’