Column van Remko van Broekhoven, nu online, en ook verschenen in het papieren magazine.
Tja, hoe gaat dat met sport? Als kind begin je met de teamsport die je ouders voor je uitkiezen, waarschijnlijk omdat je je ooit hebt laten ontvallen dat het je wel wat lijkt, dat wat je vriendjes en vriendinnetjes doen. Voetbal. Tafeltennis. Zelfs nog een blauwe maandag ballet. Of is dat geen sport? Maar bij wat nu mijn favoriete kijksport is – ik ben een gestoord gepassioneerde voetbalfan, daar ben ik voor behandeld, en ja, als seizoenkaarthouder ben ik zeer tevreden met het onverwachte kampioenschap van dit jaar, dank je – was het faalangst die me ieder plezier ontnam om deze sport actief te beoefenen. Ik was dat spreekwoordelijke ventje dat altijd als laatste gekozen werd.
En dus werd sport voor mij zo vanaf mijn tiende een eenzame aangelegenheid. Wat het voor mij alleen maar mooier maakte. Een uur lang tennisslagen oefenen tegen een muur. Joggen door het bos. Wielrennen door de polder. Krachttrainen thuis. Daar werd ik dan ook weer uiterst fanatiek in. En het hielp me mijn militaire diensttijd door, de stormbaan over en de Coopertest voorbij. Om nog maar te zwijgen over het Diploma Geoefend Militair Zwemmer, dat ik koester tot op de dag van vandaag. Baantjes trekken met een houten geweer boven je hoofd: je weet nooit wanneer het nog te pas komt.
Al met al sport ik vandaag eigenlijk nog steeds met dezelfde discipline als waarmee ik er zo’n veertig jaar geleden mee begon. ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam,’ beweerden ze destijds in het leger. Alleen wil het lichaam niet altijd meer. Even een half marathonnetje in Egmond aan Zee rennen na een nachtje stappen (weet je nog, Peddemors?): dat gaat dus niet langer. Sterker nog: ik sta al weer bijna acht maanden aan de kant met een irritante knieblessure. Wachtend op de operatie train ik mijn buikspieren en knal ik een rondje Amelisweerd met de mountainbike. Maar als ik eerlijk ben, vertelt mijn lichaam me dat het op zijn minst gelijkwaardig is aan mijn geest, zo niet deze geest de baas. Het gaat niet beter worden. And then you die…