Het dreigende lerarentekort kan volgens de Algemene Onderwijsbond alleen worden opgelost door leraren meer salaris te geven en de hoge werkdruk omlaag te brengen. Vandaag stuurde de bond hierover een brandbrief aan de Tweede Kamer.
De discussie over het lerarentekort laaide deze week hoog op. Vooral in het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs dreigen veel vacatures straks niet meer vervuld te kunnen worden.
Ook minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker maken zich zorgen, maar ze schreven gisteren aan de Tweede Kamer dat er wel oplossingen zijn te vinden voor het tekort. Vergroot de klassen bijvoorbeeld, of laat deeltijders een dagje extra werken.
Op het tandvlees
De AOb is niet overtuigd door deze oplossingen. Het Nederlandse onderwijs doet het in internationale vergelijkingen niet slecht, schrijft de bond in een brief aan de Tweede Kamer, ‘maar het gaat op het tandvlees en de cijfers zijn duidelijk: met zulke lerarentekorten is onze positie niet te handhaven, laat staan te verbeteren’.
Er moet dus meer gebeuren, vindt de bond. Geef leraren een ‘passend salaris’, want ze zijn tenslotte hoogopgeleid. Daarom zouden de laagste loonschalen in het primair- en voortgezet onderwijs moeten worden afgeschaft.
Enorme werkdruk
En doe ook gelijk iets aan de enorme werkdruk: laat leraren twintig procent minder uren voor de klas staan, zodat ze meer tijd overhouden om hun lessen voor te bereiden en hun vak bij te houden. Zo ontstaat er bovendien meer ruimte om scholieren individueel te begeleiden – iets waar in onze diverse samenleving steeds meer behoefte aan is, aldus de bond.
Om dit alles te realiseren is er ‘om te beginnen’ anderhalf miljard euro extra per jaar nodig, heeft de AOb berekend.