In de Troonrede sprak de koningin vandaag niet alleen over de economische crisis, bezuinigingen, zorg en veiligheid, maar ook over onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Er zijn jaren geweest waarin onderwijs en onderzoek hooguit even werden aangestipt in de Troonrede, die de koningin traditiegetrouw op de derde dinsdag van september voor de leden van de Staten Generaal uitspreekt. Dat was deze keer anders.
Koningin Beatrix kon niets nieuws melden, want de maatregelen waren allemaal al eerder aangekondigd. Daarom gaat het vooral om de manier waarop de regering de maatregelen samenvat. Zij blijkt onderwijs en wetenschap vooral in een economisch licht te zetten.
‘Het spreekt vanzelf dat toekomstige economische groei nauw verbonden is met ons vermogen om te blijven leren’, zei de koningin. ‘Goed onderwijs is fundamenteel voor de concurrentiekracht van ons land en geeft mensen de kans hun talenten te ontplooien. De regering wil daarom de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.’
Dat was niet alles wat de vorstin over dit onderwerp voorlas. Hieronder staan alle andere relevante passages:
‘Bij een samenleving die mensen en bedrijven stimuleert in beweging te komen en het beste uit zichzelf te halen, past immers niet een overheid die in de weg loopt, maar een overheid die de weg baant. Dit gebeurt bijvoorbeeld door ondernemerschap en wetenschap actief bij elkaar te brengen in tien topsectoren, die een uitstekende uitgangspositie hebben op de wereldmarkt. Dat geldt onder andere voor onze kennis op het terrein van water, energie en de hoogwaardige voedsel- en landbouwsector. Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan de oplossing van complexe vraagstukken zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste, en tegelijkertijd onze economie versterken.’
‘In het primair en voortgezet onderwijs worden docenten en leerlingen gestimuleerd zich te blijven ontwikkelen en tot hogere prestaties te komen. Met dat doel worden de eisen aan de opleiding van docenten aangescherpt en worden leerlingen getoetst op basis van landelijk geldende normen. Om goed functioneren extra te kunnen belonen, moeten de resultaten van scholen en docenten inzichtelijk zijn. Docenten dienen zich bovenal te kunnen richten op lesgeven in hun vakgebied. De regering doet hiervoor voorstellen.’
‘Voor studenten in het hoger onderwijs gaat de eigen bijdrage omhoog. Met de opbrengst daarvan wordt geïnvesteerd in kwalitatief betere en intensievere onderwijsprogramma’s. De regering maakt afspraken met universiteiten en hogescholen over concentratie van opleidingen, het bevorderen van excellentie in onderzoek en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Dit laatste is óók nodig in het middelbaar beroepsonderwijs, waar vakmanschap meer centraal moet staan.’
‘Goed onderwijs is cruciaal voor de kracht van onze samenleving. De regering is zich ervan bewust dat hier voor de overheid een kerntaak ligt. Dat geldt eveneens voor voorzieningen als veiligheid, zorg en sociale zekerheid. Ook op deze terreinen zijn structuurversterkingen nodig.’
Archieffoto: RVD