Columns

Ben ik als journalist verantwoordelijk voor de mening van mijn bronnen?

Foto: Kees Rutten

‘Jongeren moeten zich tegen corona laten vaccineren om kwetsbaren te beschermen.’ Dat was de boodschap van een RIVM-wetenschapper die ik onlangs voor DUB interviewde. Kort daarna vroeg mijn tante: ‘Ben je het er wel mee eens? Want door haar stem de ruimte te geven, ga je deels achter haar visie staan.’

De RIVM-vrouw stelde dat jongeren zich niet voor zichzelf, maar ‘voor een ander’ moeten laten vaccineren tegen COVID-19. Als jongeren het minder overdragen zijn er immers minder besmettingen en wordt de kans kleiner dat kwetsbaren het krijgen.

Ik vroeg en zij antwoordde, ik schreef en DUB publiceerde. Gewoon zoals het hoort. Maar een paar dagen later berichtte mijn tante Tinus me. ‘Heb je echt goed nagedacht wat jouw mening over de stelling van de RIVM-wetenschapper is? Met het schrijven en laten publiceren van een stuk over haar visie, geef je haar een podium. Doordat zij haar standpunt kan verkondigen ga je deels achter haar visie staan,’ aldus tante Tinus.

Mijn tante weet dat ik deze interviews in opdracht schrijf. Maar ze vindt dat ik daarmee geen vrijwaring van verantwoordelijkheid krijg. De media spelen een significante rol in hoe de maatschappij zich zo snel ontwikkelt, en ook ik draag daar als journaliste een stukje verantwoordelijkheid voor. Zelf was ze het vurig oneens met de wetenschapper. Mijn tante vond het niet kunnen dat van jongeren verwacht wordt dat ze ‘tegen dat ene snotje’ iets in hun arm spuiten waarvan de langetermijn-bijwerkingen onbekend zijn. Het vaccin wordt in 1,5 jaar ontwikkeld, normaal duurt zo’n traject 15 jaar.

Haar woorden kwamen binnen. Denk ik genoeg na over of ik het eens ben met de stem die ik in mijn stukken de ruimte geef? En in hoeverre is dat mijn verantwoordelijkheid?

Hoe groot is de invloed eigenlijk van wat ik schrijf? Als straks iedereen gaat roepen dat jongeren zich moeten laten vaccineren, wil ik daar dan ook in meegaan? Of ben ik daar onbewust al in meegegaan en maak ik nu deel uit van die ‘dwingende’ menigte? Ik weet het niet.

Dus bel ik mijn achterneef Joris, die werkt voor een grote Nederlandse krant. Ben ik als journalist verantwoordelijk voor wat mijn bronnen zeggen? Ook hij vindt het lastig, maar is het met Tinus eens. ‘Je wilt als journalist betrokken zijn bij het onderwerp waar je over schrijft. En je moet je afvragen voor wie het goed is als een bepaalde mening naar buiten komt,’ zegt hij. ‘Soms heeft het verkondigen van een mening enkel negatieve consequenties, dat wil je niet als journalist.’ Hij zegt echter ook dat onderwerpen vaak onderdeel zijn van een groter debat. ‘Ook al ben je het er niet mee eens, het is dan toch belangrijk om het te schrijven.’

Voor nu heb ik me voorgenomen om meer na te denken over waar ik voor sta en wat mijn taak als journalist is. En als lezer? Denk jij kritisch na over of je het eens bent met wat je leest? En doe je daar iets mee?

Ook interessant: Een spotprent van Mohammed in de klas. Willen we dat?