Nieuws

Bijna geen banen voor jonge onderwijzers

Lange tijd was de opleiding tot leraar in het basisonderwijs met afstand de grootste hbo-studie van Nederland. In 2003 mochten de hogescholen bijna tienduizend nieuwe pabo-studenten verwelkomen. De pabo is nog altijd de grootste hbo-opleiding, maar de belangstelling is intussen bijna gehalveerd.

Dat heeft vast te maken met de strengere eisen aan eerstejaars, maar waarschijnlijk ook met de sombere vooruitzichten. De werkgelegenheid in het primair onderwijs daalt hard. In 2012 waren er alweer elfduizend banen minder dan in 2008 en het einde is nog niet in zicht, voorspelt het Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs in een nieuwe analyse.

Slechts 102 vacatures
In 2012 kregen maar liefst 4.294 mensen uit het primair onderwijs een ww-uitkering. Voor leraren waren er dat jaar 102 openstaande vacatures, waarvan er slechts achttien ‘moeilijk te vervullen’ waren. Vier jaar eerder hadden de basisscholen nog 666 vacatures, waarvan driekwart moeilijk te vervullen was.

De onderwijsarbeidsmarkt is gevoelig voor de economische ontwikkelingen, aldus de analyse. 'Ten tijde van hoogconjunctuur zijn pas afgestudeerde en zittende leraren eerder geneigd om een baan buiten het onderwijs te accepteren. Bij laagconjunctuur, zoals nu, is dit minder het geval.'

Oude leraren
Er zijn relatief veel oudere leraren in het basisonderwijs. Die vinden ook niet zo snel meer een andere baan en blijven op hun post, waardoor maar weinig nieuwe afgestudeerden een baan vinden. 'De jongeren die instromen in het primair onderwijs, hebben vaak te maken met tijdelijke contracten en/of vervangingsbanen', aldus het rapport. Binnen scholen leidt dit ook tot problemen. Het ziekteverzuim is in het primair onderwijs relatief hoog. Ouderen melden zich weliswaar minder vaak ziek, maar als ze ziek zijn betreft het vaker een langdurig verzuim.

De onderzoekers adviseren de scholen om de gevolgen van krimp samen op te vangen. Een school kan er immers niet in zijn eentje voor zorgen dat er meer jongere leraren de sector instromen 'en behouden blijven voor het onderwijs', aldus het rapport.