Interview

Binding: ook na coronatijd hebben we het nodig, betoogt de lector in studiesucces

Met de gedwongen invoering van online onderwijs is de betrokkenheid van studenten bij de opleiding een hot issue geworden. Terecht, zegt Rutger Kappe, lector Studiesucces aan de hogeschool Inholland. Hij doet mee aan het forum over over de binding van studenten tijdens en na corona, op het online Onderwijs & Onderzoek Festival van de HU op 28 januari. 

In het forum tijdens het Onderwijs & Onderzoek Festival doen ook mee: millennial-expert Talitha Muusse (sinds deze week medepresentator bij Op1) en HU-studente Lisanne Grul.  

Rutger Kappe kun je kennen van een veelgelezen artikel op LinkedIn, gepubliceerd voorafgaand aan het nieuwe studiejaar, over het belang van sociale binding bij studenten. Laat bij de introducties toch vooral de onderdelen doorgaan waar die binding centraal staat, onderstreepte hij daarbij. Want juist in deze tijd van online onderwijs, sluiting van de gebouwen en social distancing is de betrokkenheid van eerstejaars de achilleshiel van het onderwijs.

Daarnaast stelde hij een lijst van mogelijkheden op voor binding met studenten, docenten en de opleiding. Die varieerde van een borrel via Zoom en meer online contactmomenten met docenten tot het inroosteren van een gezamenlijke online dagelijkse start van de dag.

Uitval in het eerste jaar

Kappe doet met zijn lectoraat sinds 2015 onderzoek naar het verbeteren van het studentsucces in het hoger onderwijs. Hij richt zich momenteel op de thema’s student engagement & actieve betrokkenheid en studentenwelzijn & duurzame inzetbaarheid.

Uit eerder onderzoek is bekend dat door onvoldoende interactie tussen studenten onderling en tussen studenten met docenten een gevoel kan ontstaan niet bij de opleiding te horen. Dat hangt samen met een grotere kans op uitval in het eerste jaar. Andersom: studenten die een grote verbondenheid met andere studenten en de opleiding ervaren, doen het beter in de studie. ‘In die zin is binding zowel een voorwaarde voor studiesucces als een voorspeller van studiesucces’, schrijft Kappe in een van zijn onderzoeken.

Die binding is niet zaligmakend, nuanceert hij. Kappe: ‘Het is niet zo dat met alleen aandacht voor verbondenheid de studenten vanzelf prachtig gaan presteren. De kern is kwalitatief goed onderwijs en een intensieve interactie tussen student en docent. Eén van de kenmerken is dat er aandacht is voor de relatie tussen studenten onderling en met de docent en opleidingsinstituut.’

‘Studenten ervaren wel een lagere kwaliteit van het onderwijs’

In mei vorig jaar, kort na de corona-uitbraak,, deed hij onderzoek naar de betrokkenheid en welzijn van studenten. En wat de invloed hiervan is op de studie. Uit de antwoorden van ruim 2800 Inholland-studenten blijkt dat zij zich in alle opzichten minder verbonden voelden. Een daling van 10 procent. Dat komt waarschijnlijk doordat de docenten in die eerste periode vooral bezig waren met de omzetting naar het online onderwijs. Vrij vertaald: er was even minder aandacht voor de studenten.

Meer energie in de studie steken

Kappe: ‘Als studenten zich verbonden voelen, zetten ze zich volop in voor de studie. Daardoor halen ze goede prestaties waardoor ze zich nog meer verbonden voelen en nog meer energie in de studie steken. Dat is de positieve spiraal. Maar het kan ook andersom. Als ze door corona minder goed presteren dan slaat de twijfel toe of ze wel bij de opleiding thuishoren. Dan halen ze een keer een toets niet en komen ze in die neerwaartse spiraal.’
Het is zaak hier alert op te zijn, vind hij. ‘Die verbondenheid is een buffer die voorkomt dat studenten in die verkeerde spiraal terechtkomen.’

In het half jaar daarna volgden twee verdiepende studies naar de beleving van studenten in coronatijd. Studenten missen de informele gesprekken op de gang, zo blijkt. Ze studeren veelal alleen en hebben contact met slechts een kleine groep medestudenten. Daarbij is het studentenleven weggevallen en ontmoeten ze minder vrienden. Degenen die goede contacten onderhouden met docenten blijven gemotiveerd. Maar alleen online lessen volgen, valt ze zwaar en gaat ten koste van de motivatie.

De huidige situatie met online onderwijs benadrukt des te meer dat studeren niet alleen het volgen van onderwijs is. Het gevoel ergens bij te horen en nieuwe vrienden te maken zijn cruciaal. Kennis en cognitie zijn belangrijk voor de studie, ‘maar zonder het gevoel ergens bij te horen komen welzijn, actieve betrokkenheid, maar ook die hogere cognitieve vaardigheden en studieprestaties, in het geding’, is een conclusie van het onderzoek.

Chagrijn over de corona-situatie

Kappe: ‘Studenten missen het directe contact en het dagritme wat school biedt. Ze missen de praatjes tijdens het samen naar school fietsen, ze missen het werken in projecten waarbij ze elkaar in de ogen kunnen kijken. En ook het informele contact met de docent waarbij ze even een vraag kunnen stellen buiten de les. En tijdens een les in een klaslokaal is discussiëren makkelijker dan tijdens een online les.’

De conclusie dat enkel online onderwijs slechter is dan fysiek onderwijs op school, gaat hem net iets te ver. ‘Studenten ervaren wel een lagere kwaliteit van het onderwijs. Het is een zoektocht om te ontdekken wat ze dan precies bedoelen. In het begin vielen er nog wel eens lessen uit. En het lukte sommige docenten toen niet om die transitie naar online te maken. Maar uiteindelijk bedoelen de studenten dat de interactie veel moeilijker gaat en dat ze elkaar en de docenten missen. En er ontstaat ook chagrijn over de situatie met de corona-maatregelen.’

‘Ik blijf erop hameren dat er voldoende aandacht moet zijn voor die verbondenheid’

Hij signaleert dat de studieprestaties in de vorm van het behalen van studiepunten niet lager is dan voor de corona-periode. Eenzelfde resultaat is te zien bij de HU en ook landelijk bestaat dit beeld. ‘Dat komt deels doordat er door corona minder afleiding is’, vermoedt hij. Bijbaantjes vielen weg, cafébezoek is niet mogelijk, de culturele instellingen zijn gesloten. ‘Er is meer focus op de studie’, zegt hij. ‘En’, voegt hij eraan toe, ‘zowel medewerkers en studenten hadden in het begin van de crisis de instelling: we zetten de schouders eronder en laten het virus ons niet klein krijgen.’

Belangrijke rol docenten

Kappe: ‘Maar latere onderzoeken tonen aan dat hoe langer de lockdown duurt er sluipenderwijs een teruggang in motivatie te bespeuren is. We glijden sinds de kerstvakantie een beetje af. Dat is zorgelijk. Als instellingen te weinig aandacht hebben voor die binding dan leidt dat op de langere termijn tot verminderde studieprestaties. Docenten hebben daar een belangrijke rol in.’

Blijft die aandacht op betrokkenheid bij studenten ook na de coronaperiode gehandhaafd? ‘Dat is de vraag’, zegt de lector. ‘We hebben nu allemaal de noodzaak ervan echt ervaren, met de omschakeling naar online onderwijs vanwege corona. Ik pleit ervoor om dit momentum te gebruiken om goed naar het onderwijs te kijken: is er voldoende contact en zijn de mogelijkheid van interactie optimaal?’

In hoeverre is het online onderwijs een blijvertje? Kappe: ‘Als we dit nu niet oppakken dan gaat die transitie er nooit komen. Vanuit mijn positie blijf ik erop hameren dat er voldoende aandacht moet zijn voor die verbondenheid. En dat er goed wordt nagedacht wat nou wel en niet op de hogeschool gebeurt. Het is te kort door de bocht om alleen het praktijkonderwijs op de hogeschool te geven en alle theorie online.’

Geen online onderwijsinstituut

Kappe: ‘Naar mijn idee gaan we geen online onderwijsinstituut worden. Die ontmoeting is een cruciaal onderdeel van ons onderwijs en voor de ontwikkeling die de student doormaakt. Ik merk uit onderzoek dat docenten vinden dat er meer online kan dan ze aanvankelijk dachten. Aan de andere kant kan er een reflex komen dat we allemaal weer naar het oude gaan. Dat zou ik jammer vinden.’

Het online Onderwijs & Onderzoek Festival van de HU vindt op 28 januari plaats. Aanmelden kan nog tot en met 25 januari.

Ook interessant: Heeft het USP straks een volledig regenboogfietspad?