Columns

Fred de Dweper

Trajectum-stagiaire Manon Bimbergen doet verslag van haar zoektocht naar Mr. Right in Utrecht, de stad van het meisjesoverschot. Een zoektocht langs flirtcoaches en speeddates. Ditmaal: aanbidders.

Zijn naam: Fred*. Zijn doel: het grietje van zijn natte bakvisdromen veroveren. Met de jonkvrouw weggalopperen op het witte paard (omafiets) richting de Mac Donalds voor een romantisch diner voor twee bij een flikkerende Tl-buis. Fred zag het al helemaal voor zich, prees zich een gelukkig puber.

Zijn hart maakte een sprongetje nadat hij op de verzendknop drukte en de liefdesmail het internetverkeer ingleed. Het was geen fantasie meer. Het meisje wist nu van zijn verliefdheid- kon elk moment de mail lezen. Zijn genegenheid voor haar was zichtbaar geworden.

Aan de andere kant van de stad zat de bron van zijn belangstelling, het object van zijn affectie, de godin van zijn verbeelding haar mail te checken. Haar mond viel open, grote glazige ogen ontsprongen. Wat moest en wilde die Fred nou van haar?

Het antwoord stond (heel logisch) letterlijk in de mail. ‘Je hebt vast wel door dat ik je leuk vind. Zullen we morgenvroeg bij de kluisjes afspreken voor het antwoord op mijn vraag?’ Ik vind je Leuk? Je hebt het vast wel door? Ik heb NIKS door! Schoot er door haar heen- en nog steeds niet. Waaraan had ze dat moeten aflezen? Er waren geen concrete signalen die op een ontluikende liefde wezen. Niks. Nada. Noppes. Nul aanwijzingen.

De volgende ochtend bij de kluisjes was er niemand te bespeuren. Geen Fred. Geen meisje. Gewoon omdat zij er geen zin in had. Dat kwam wel naar voren uit de reply op zijn liefdesmail: ‘Je bent niet meer dan een klasgenoot voor me.’ En daar kon Fred het meedoen. Hij trachtte, dweepte en faalde uiteindelijk. Fred en zijn bakvisdroom.

*naam is gefingeerd.