Tijdens de UIT 2013 gaan Julie Brummel en Nina Bogosavac op pad en doen verslag van hun belevenissen. Ditmaal: introkriebels bij Nina.
Een bijna uitgestorven stad. Op maandagochtend 12 augustus is niets wat het lijkt. In de lucht hangt een vreemd soort spanning, voelbaar voor wie op weg is naar het meeting point van de UIT week op het University College Utrecht: de beroemde introductiekriebels.
Ik ervoer exact hetzelfde gevoel toen ik de eerste keer naar de middelbare school fietste. Ditmaal fiets ik zonder rugzak en een béétje meer levenservaring en zelfvertrouwen. Tenminste: dat dacht ik.
Je zou zeggen dat deze spanning normaal is bij zo’n nieuwe ervaring aan het begin van de studie. Alleen staat deze introductietijd voor mij niet gelijk aan een nieuwe studie met
nieuwe mensen: mijn derde studiejaar staat al voor de deur met dito vaste vriendenkring. Klein detail: ik heb de UIT destijds niet gelopen. Met het idee dat ik Utrecht al kende omdat mijn grote zus er woonde, maakte ik mezelf wijs dat zo’n stadsintro overbodig was. Stiekem was ik gewoon te bang, maar dit jaar overkomt me dat niet nog een keer. Hoewel ik de UIT nu als reporter bezoek, bekijk ik wel alles door de ogen van een ‘sjaars’. En hé, zo slecht is het nog niet.
Overigens zijn er veel mensen die het hele sociale gebeuren een stuk relaxter opvatten. Vaak gehoord: ‘Ik kom voor de feestjes’, en: ‘Juist leuk, nieuwe mensen ontmoeten!’
Wat mijn gevoel deze ochtend nog versterkt, is dat vriendin A. de UIT wel loopt en bij mij logeert. Hoe zij tegen deze week aankijkt, weerspiegelt mijn gedachten: 'Ik weet dat het vet wordt, maar ik vind het nu toch heel spannend.'
Aangekomen bij de immense rij voor de grote tent op de campus glijdt de spanning van mij af; als je het vergelijkt met een groot festival, lijkt deze week een goed feestje te worden.