Als ik lesgeef, weet ik dat er in de klas heel wat studenten zitten die intelligenter zijn dan ik. Ik heb alleen het voordeel dat ik veel meer heb meegemaakt in het vakgebied waarover ik hun wat vertel. Alleen de inhoud van dat vak en de wereld verandert razendsnel. Ik probeer ze daarop voor te bereiden door open te staan voor die veranderingen, andere meningen en andere culturen.
Dat laatste is soms lastig als het geloof een rol speelt. Vóór de komst van gastarbeiders uit de landen rondom de Middellandse Zee stonden de protestanten, katholieken en socialisten lijnrecht tegenover elkaar, ons bekende zuilenstelsel. Wij hebben dit achter ons gelaten en zijn toleranter geworden. De verschillende geloofsgroepen vormden in 1980 zelfs een nieuwe politieke partij, het Christen-Democratisch Appèl (CDA).
Maar onze gastarbeiders brachten behalve een andere cultuur, ook een geloof mee, de Islam. En later kwamen daar hun vrouwen en veel kinderen bij. De in- en aanpassing in en aan onze cultuur is nog steeds gaande, waardoor ook onze cultuur verandert.
Na de verzuiling konden we eindelijk gezamenlijk filosoferen over de verschillende geloven, hun betekenis en of het allemaal gewoon niet in ons eigen brein bedacht wordt. Maar geloofsfanatici, Joods of Islamitisch, geven daarvoor geen ruimte.