– De column van Remko van Broekhoven, docent journalistiek. Over bildung, verhuizen en HU-beleid. Het is tijd voor een nieuwe school.
Het klinkt als een fraai ideaal. Bildung, begrepen als algemene ontwikkeling, zelfontplooiing, beschaving zelfs. Meer dan het volgen van onderwijs en het leren van een vak is het de manier waarop een jonge man of vrouw het beste uit zichzelf haalt, geholpen door andere, oudere mannen en vrouwen die op dat vlak enige ervaring hebben, en recht van spreken bovendien. Een ideaal dat het nastreven waard is op de Utrechtse hogeschool en haar Faculteit voor Communicatie en Journalistiek die over een maand gaat verhuizen.
Waarom vermeld ik deze verhuizing? Omdat bildung een gebouw behoeft. Een plek waar mensen ’s morgens met plezier naartoe gaan. Een huis waar ze zich thuis voelen, met evenveel privacy als sociaal contact om efficiënt te kunnen werken. Een school waaraan ze gehecht zijn, ook als ze deze ’s middags of ’s avonds weer verlaten hebben.
‘In gelul kan je niet wonen,’ zei PvdA-politicus Jan Schaefer ooit. In gelul kun je ook niet werken, zelfs niet als dat gelul spreekt over ‘nieuw’, ‘modern’ of ‘flexibel’. Mensen hebben rust en ruimte nodig, evenals zeggenschap over hun wonen en werken.
Bij deze verhuizing is eens te meer vanaf de hoogste management-sferen van de HU beleid geparachuteerd; een beleid dat dezelfde hoeveelheid mensen in minder ruimte huisvest die bovendien met grote groepen tegelijk dient te worden gedeeld. Het heeft alle trekken van intensieve menshouderij. Of zo je wilt van een ‘scharrelschool’.
Voor het journalistiek-filiaal van deze fabriek is het moment gekomen om zich onafhankelijk te verklaren. Ik stel me een school voor in een bescheiden gebouw. Twintig docenten en tweehonderd studenten. Uitdagende selectie aan de poort. Deeltijdbanen voor docenten die ook in de beroepspraktijk werken. Kleinschalig onderwijs op maat. Een organisatie die zich bescheiden opstelt, in dienst van het onderwijs. Een management dat de werkvloer kent. En docenten en studenten die elkaar weten te vinden, juist omdat ze ieder hun eigen plekken hebben. Een Rietveldacademie voor reporters kortom.
Ja, misschien wordt het vijftig jaar na dato tijd dat de School voor Journalistiek opnieuw wordt opgericht. Voor de bildung, en voor het plezier.