Columns

Kan de HU nog geschiedschrijven in 2025?

De verhuisbeweging binnen de Hogeschool is volop aan de gang. Medewerkers krijgen een meter plank voor hun spullen. Alles flex, instituutspleinen worden ingericht, waar medewerkers en studenten gezamenlijk werken en studeren.

Digitaal is de norm. Daarom staan er in de faculteiten papiercontainers voor oud papier. Als je papieren wilt bewaren moet je ze digitaliseren. Meenemen of opslaan kan in ieder geval niet.

Veel opleidingen dateren al van voor het digitale tijdperk en hebben hun geschiedenis nog op papier staan. Dat gaat nu allemaal in de container.

Ware speurtocht
Bij het tienjarig bestaan van de HU maakte ik met een aantal andere mensen een geschiedenisboek van het Utrechtse hbo-onderwijs. Het was een ware speurtocht naar verhalen, ontwikkelingen, foto- en beeldmateriaal, notulen, etc.

Ik kwam erachter, dat er geen archiefbeleid was binnen de HU. Archiefjes lagen verstopt bij een enkeling in een bureaula. Bij toeval stuitte je op iemand die interessante dingen of foto’s in z’n bezit had of op iemand die al het historisch archief in z’n geheugen had zitten.

Dat het anders kan, illustreert het volgende voorbeeld. Oud-lector en geschiedenisdocent Maarten van der Linde nam in het voorjaar van 2014 na bijna 40 jaar afscheid van de HU. Hij was docent aan Sociale Akademie De Horst in Driebergen en na de fusie bij Social Work aan de Faculteit Maatschappij en Recht.

Van der Linde waakte vele jaren als een cerberus over het Horstarchief. Dat was in eerste instantie vanuit eigenbelang, hij onderzocht de geschiedenis van De Horst voor zijn proefschrift. Een geschiedenis, die een afspiegeling is van vele maatschappelijke ontwikkelingen vanaf de start in 1945 tot in de roemruchte jaren zestig en zeventig.

Elke snipper was bewaard gebleven en hij kreeg het voor elkaar dat er in 1989 twee parttimers werden aangesteld om het archief te beschrijven. De Horst nam het archief serieus en stelde een archivaris aan.

Secretaresses vroegen Van der Linde bij elk bescheiden of het gearchiveerd moest worden. Daardoor ontstond er een vrijwel compleet archief, een weldadige bron voor historici.

Papiercontainer
Toen De Horst met de HU fuseerde zo’n tien jaar geleden, kwam de vraag ‘wat te doen met het archief?’. Van der Linde had zijn proefschrift afgerond en een publieksversie ervan
De Horst 1945-2005, biografie van een buitenbeentje, geschreven.

Men besloot het op te slaan in een depot vanwege de historische waarde. Met het pensioen van Van der Linde in 2014 plopte de vraag weer op. Van der Linde wilde het archief zeker stellen voor de toekomst en mailde het college van bestuur met het verzoek geld beschikbaar te stellen voor de ontsluiting van het archief bij het Utrechts Archief, dat belangstelling had. Hij zou dat op prijs stellen, omdat de archieven van De Jelburg en Middelloo, vergelijkbare instellingen als die van De Horst inmiddels verloren waren gegaan en in de papiercontainer waren beland. Hopelijk was dat lot niet het Horstarchief beschoren.

De HU had zeven miljoen voor het landgoed gekregen waarop de Horst stond. Dat bedrag was in de algemene middelen terechtgekomen. Dus vond Van der Linde, dat het een ‘morele plicht' van de HU was om dit archief goed onder te brengen.

Op zijn mail werd positief gereageerd en de HU betaalde zo’n 27.000 euro aan het Utrechts Archief voor ontsluiting. Dat dekte een deel van de kosten.

Historische waarde
De lector nam in 2014 met een gerust hart afscheid. Het archief was in veilige handen. Maar dat bleek enigszins voorbarig. Doordat de Faculteit Maatschappij en Recht nog steeds huur bleek te betalen voor opslag, kwamen ze erachter dat er nog 16 pallets met 590 archiefdozen lagen opgeslagen.Veertig procent kon direct weg en over de resterende 60 procent is opnieuw het gesprek met het college van bestuur gaande. 
Van der Linde zou het reëel vinden als de HU hier ook een financiële bijdrage aan levert.

Het Horstarchief is door de inspanningen van iemand met historisch besef bewaard gebleven en ook in de toekomst te gebruiken voor onderzoek. Maar hoe zit dat met de archieven van andere opleidingen met historische waarde of toekomstige historische waarde? Die van de School voor Journalistiek bijvoorbeeld?

HU-breed is er geen beleid en systematiek op de archivering van hun geschiedenis en er zijn geen afspraken over bewaren van archief. We leven in een tijdperk, waarin veel verloren gaat, wordt gezegd. En dat is jammer. Want hoe komt de auteur van het geschiedenisboek 50 jaar Hogeschool Utrecht in 2024 straks aan z’n informatie?