In Nieuwsbrief Profiel las ik een stukje, overgenomen uit Stageplaza, dat ging over het inkorten en intensiveren van de mbo-opleidingen, waardoor leerlingen sneller aan het werk kunnen of eerder als student het hbo kunnen betreden. In de vorige eeuw is op onze hogeschool het omgekeerde al eens geprobeerd. De top mbo'er die op onze hogeschool kwam zou het ook in drie jaar moeten kunnen. Daar kwam weinig van terecht en die verkorte route is afgeschaft.
Nu heeft minister Van Bijsterveld het advies van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) overgenomen. Dit houdt in dat van de meer dan 600 mbo-opleidingen er nog maar 47 vier jaar mogen duren. Alles moet korter en goedkoper. Het is de vraag of dit ten goede komt aan de vorming van onze jongeren. Hoe staat 't met de algemene ontwikkeling?
Vorig jaar verscheen een bundel essays van de Onderwijsraad, waarin geconstateerd werd dat er van brede vorming sinds de jaren zestig weinig is overgebleven. Alles wat geleerd wordt moet nuttig zijn en geld opleveren. In een filosofiespecial vorige week in Vrij Nederland staat dat docenten opleiden voor een samenleving die er nog niet is; wel moet geleerd worden hoe om te gaan met de vervlakking van de nieuwe massacultuur. Filosofeert de HU daar ook over?
