Column van Remko van Broekhoven, docent journalistiek en bijna gepromoveerd – over de kunst van het dank zeggen.
Wat lees je liever: een artikel waarin iemand bewonderend besproken wordt, of een bijtende, sarcastische column? Een recensie met een opbouwend oordeel, of een (g)één-sterren-stukje? Sociaal wenselijk denkend zal je wellicht twee keer het eerste antwoorden. In alle eerlijkheid neigt je voorkeur waarschijnlijk eerder tot de negatieve artikelen. Goed nieuws is geen nieuws, leren we in de journalistiek. En publiekelijk bekritiseren kunnen we tegenwoordig allemaal, met dank aan Facebook en Twitter.
Zo heb ik in mijn Trajectum-columns het HU-management bekritiseerd, medeweggebruikers, sommige studenten en collega’s, en onlangs nog de gebrek-aan-excuus-cultuur van de FCJ. Plus mijzelf, niet te vergeten. Maar vandaag ben ik positief gestemd, mogelijk ook omdat ik eind deze week op kosten van de HU mag promoveren. Ik heb dan weliswaar zelf het werk verricht: ik heb dat wel in de tijd van de baas mogen doen, met een ‘HU-voucher’. Deze keer dank ik dan ook de dames en heren die normaal gesproken niet tot mijn beste vrienden behoren: de bestuurders van de hogeschool, omdat zij mij in staat hebben gesteld de ‘s’ van mijn drs.-titel te schrappen.
Ik dank op de stoep fietsende en door rood rijdende barbaren omdat zij me hebben uitgedaagd meer zelfbeheersing op te brengen. Ik dank mijn goede studenten omdat zij me het gevoel gaven dat ik een goede docent was, en ze het lesgeven leuk maakten. Ik dank mijn slechte studenten omdat ze me dwongen een betere docent te worden, en ze het lesgeven spannend hielden. Ik dank mijn fijne collega’s voor het gezelschap, en de zeurpieten voor het afschrikwekkende voorbeeld dat me weerhoudt een zeurpiet te worden.
Dank aan degenen die mij in m’n eerste Trajectum-periode niet betaalde. Dankzij jullie kon ik laten zien dat ik ook graag columns schrijf zonder daarvoor te worden betaald. Dank voor het niet-excuseren, omdat ik door niet langer te wachten op jullie excuses nu begrijp dat je erkenning niet van anderen hoeft te verwachten maar deze beter zelf geeft. En dan nog een bedankje voor mijzelf, omdat ik ook na bijna vijftig jaar nog steeds in staat blijk om dankbaar te zijn.