Na een lange vlucht van Cochabamba, via Santa Cruz en Madrid ben ik vanmorgen, voordat de storm losbrak, op Schiphol teruggekomen van een verblijf van bijna twee weken in Bolivia. Het land is vier keer groter dan Nederland en er wonen tien miljoen mensen van verschillende etnische afkomst, van wie de indianen de oorspronkelijke bewoners zijn. Er zijn resten van bewoning aangetroffen van 13.000 jaar voor Christus.
Omdat het een ontwikkelingsland is, wordt het bezocht door Nederlanders die een steentje bij willen dragen. Zo bezocht de gepensioneerde Sjoerd Sliggers de universiteit in Cochabamba om te zien of het plantje stevia commercieel verbouwd en verwerkt zou kunnen worden. Het blijkt dat uit Stevia een zoetstof gewonnen kan worden die tientallen malen sterker is dan suiker, maar nul procent calorieën bevat. Behalve dat hij zich boog over het lopende onderzoek, legde hij contacten met het Nederlandse bedrijfsleven.
Bolivia heeft een uitstekend klimaat om het plantje te laten groeien. In China is het product in opmars, maar in het westen is men nog niet zo happig, omdat wij onze suikerbieten hebben. En de machtige buur Brazilië is ’s werelds grootste suikerrietleverancier. Toch liggen er kansen voor (Nederlandse?) investeerders en voor een arm land als Bolivia om geld te verdienen en obesitas te bestrijden.