Reint Jan Renes is lector Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein en blogt op deze plek maandelijks over zijn vakgebied
Ik zag in Expeditie Robinson wat angst met een mens doet. In deze realitysoap proberen BN’ers bijna twee maanden lang te overleven op een onbewoond eiland en worden ze via diverse proeven uitgedaagd hun eigen grenzen op te zoeken. Een van de bekendste uitdagingen is de ‘eetproef’ waar kandidaten onsmakelijke etenswaren, zoals levende larven en slijmerige koeienogen moeten eten. Een paar weken terug was het weer zover. Van alle kandidaten zag thaibokser Remy Bonjasky zichtbaar het meeste op tegen deze proef. Vol angst liep hij naar voren toen het zijn beurt was om een bakje leeg te eten. Maar wat bleek? In zijn bakje zat een heerlijk broodje hamburger. Niks aan de hand dus!
En toch ging het mis. Overtuigd van het feit dat dit niet kon kloppen, lukte het de stoere bokser niet om het broodje naar binnen te krijgen. Bij iedere hap moest hij kokhalzen en na vier happen gaf hij het op. Vol ongeloof keken zijn medekandidaten toe. In weerwil van wat zij riepen (‘het is een gewoon broodje hamburger!’) kreeg hij het niet voor elkaar. In zijn hoofd werd zijn eigen angst werkelijkheid.
Heftige emoties zijn van invloed op onze gedachten. ‘Affect-priming’ noemen sociaal psychologen dat. We creëren niet zozeer nieuwe gedachten als wel dat we onder invloed van emoties informatie selectief uit ons geheugen halen. Zijn we bang, dan herinneren we ons vooral de negatieve en nare momenten uit het verleden en creëren we – net als thaibokser Remy – ons eigen angstige heden. In een goede bui zijn het de positieve dingen die ons te binnen schieten en is het leven voelbaar leuker. Negeer dus de angst zaaiende krantenkoppen en lach vrolijk om Matthijs wanneer hij bezorgd vraagt of we wel bang genoeg zijn.
FOTO: Bob Bronshoff