Columns

Wat kan de invloed van een columnist zijn?

Door menigeen werd de gisteren overleden Hugo Brandt Corstius aanbeden als columnist. Volgens Carel Peeters in een memoriam op de site van Vrij Nederland was hij ‘de grilligste Nederlandse columnist van de twintigste eeuw’. In 1984 schreef Brandt Corstius tien gouden regels voor de beginnend columnist, onder een van zijn vele pseudoniemen, Piet Grijs. In de laatste regel zegt hij dat je de columnist die je aanvalt moet dwingen tot een antwoord. Brandt Corstius kan nu niet meer antwoorden. In een polemiek zou ik trouwens weggevaagd worden door deze taalvirtuoos.

Eind jaren zeventig nam Piet Grijs de pen op tegen professor Wouter Buikhuisen die graag wilde onderzoeken of criminaliteit ook een biologische achtergrond had, of het misschien ook in de genen zat. In die jaren was het juist de algemene overtuiging dat het alleen aan de opvoeding, de omgeving, armoede en gebrek aan onderwijs lag.

Piet Grijs bleek invloedrijk met zijn columns in VN met toen nog een oplage van meer dan honderdduizend exemplaren. Buikhuisen noemde het later in een artikel van Mischa Cohen in VN een hetze die hem flink had gedwarsboomd. Dit leidde o.a. tot stopzetting van onderzoek en bedreigingen; zelfs decennia later tot stigmatisering van hersenonderzoek naar biologische kenmerken van bijvoorbeeld agressie en homoseksualiteit. Wie had gelijk?