Afgelopen week las ik een lezerscolumn in Metro van Anouk Huurman. Zij werkt bijna twintig jaar in het speciaal onderwijs. Anouk maakt zich zorgen, omdat er geen kinderen met een specifieke stoornis naar haar school worden doorgestuurd, die daardoor misschien dicht moet. Meer zorgen maakt zij zich om juist die kinderen die hun weg moeten zoeken in het gewone onderwijs. Dat komt door de nota Passend Onderwijs, waardoor op alle schooltypen kinderen met een stoornis toch het reguliere onderwijs moeten volgen. In mijn ogen een verkapte bezuiniging, die extra werk op het bordje van leerkrachten heeft gelegd.
Ik help regelmatig in Almere kinderen uit een combinatiegroep 7 en 8 met rekenen en taal. In die groep zitten kinderen met dyslexie, ADHD, autisme, PDD-NOS, kinderen die gewoon traag leren (sommige leerlingen lezen nog in boekjes van groep 5) en twee bollebozen die een middag in de week naar een talentenlab gaan.
Anouk denkt dat op al die gewone scholen fantastisch werk wordt geleverd, "maar je moet je afvragen of alle kinderen goed tot hun recht komen."
In die Almeerse groep zitten 32 leerlingen, van wie er enkelen beter af zouden zijn geweest op een school waar ze extra aandacht zouden krijgen. Voor de overgebleven kinderen had dan hetzelfde gegolden.