Na twaalf jaar de voorzittershamer te hebben gehanteerd in het college van bestuur van de HU vertrekt Geri Bonhof officieel per 1 september. ‘Ik stem links. Maar het verschilt nogal eens welke partij’, zegt ze in het afscheidsinterview met Trajectum.
Een week na haar afscheidsbijenkomst op 1 juli is ze nog ontdaan over deze apotheose. Al haar belangrijke inspanningen voor de hogeschool kwamen voorbij. Een greep: haar inzet voor onderzoek, de samenwerking met de universiteit, de uitbouw van het Utrecht Science Park, het vicevoorzitterschap van de Vereniging Hogescholen. En misschien wel het belangrijkste: haar warme belangstelling voor studenten, in het bijzonder het contact met de bestuurlijk actieve studenten waar ze ‘pizzasessies’ mee hield.
In mei prijkte je op nummer 6 in de ‘Krijtjasjes top 10’ van de website ScienceGuide. Een ranking van bestuurders in het hoger onderwijs met hart voor onderwijs. Dat moet je deugd hebben gedaan.
‘Klopt. Ik heb hart voor onderwijs en studenten. Ik ben begonnen als gymnastieklerares op een pabo en heb vervolgens veertig jaar in het onderwijs gezeten.’
Haar agenda is tot 15 juli volgepland. Dan viert ze tien dagen vakantie in Schotland en eind augustus gaat ze varen in de Griekse wateren. Vanaf half oktober wil ze zich toeleggen op functies op het gebied van toezicht en advies. Ter voorbereiding volgde Bonhof de Commissarissencyclus van Nyenrode Business Universiteit, een cursus voor aankomende commissarissen in het bedrijfsleven. Ze is en blijft lid van de raad van toezicht van Kennisnet, een ict-organisatie voor onderwijs. Verder heeft ze allerlei lijntjes uitgezet maar staat er nog niks definitief vast.
Mensen die jou van dichtbij meemaken, zagen je nog wel eens in de Tweede Kamer belanden of misschien wel staatssecretaris of minister worden. Waarom is dat er niet van gekomen?
‘Ik ben nooit lid geworden van een politieke partij. In het AD Utrechts Nieuwsblad werd ik samen met Yvonne van Rooij getipt als nieuwe commissaris van de Koning van de provincie Utrecht. Daar moest ik hard om lachen. Ik ben nooit lid geworden van een politieke partij en dus kun je er ook geen carrière in maken.’
Was dat een bewuste keus?
‘Ik heb nooit een carrière als beroepspoliticus geambieerd. Ik ben wel een keer gevraagd voor een hoge ambtelijke functie bij het ministerie van onderwijs, daar heb je geen banden met partijpolitiek voor nodig. Welke functie dat was, mag ik niet zeggen Daar heb ik over nagedacht en ik kwam tot de conclusie dat ik Utrecht veel leuker vond.’
Wat stem je?
‘Ik stem links. Maar het verschilt nogal eens welke partij.’
Waar links op afgeeft zijn zaken als hoge salarissen en bonussen. Daar haalde je regelmatig de krant mee. Eerst waren het hoge bonussen, later salarissen die boven de norm lagen en recentelijk kwam je in het nieuws als meest verdienende hbo-bestuurder. Stoort je dat?
‘De raad van toezicht heeft mij altijd gehonoreerd binnen de codes die van toepassing zijn en dat is nu nog zo. Ik heb op het moreel appel van Jet Bussemaker gereageerd door de leaseauto in te leveren. Dat is wat ik erover kwijt wil.’
Maar stoort het je?
‘Daar wil ik het bij laten.’
Vanaf je aantreden in 2003 tot 2012 trad je regelmatig in de publiciteit met interviews en opiniestukken. Je stond in lijstjes van meest invloedrijke bestuurders in het hoger onderwijs van ScienceGuide en van de machtigste vrouwen in onderwijs en wetenschap volgens Opzij. Vanaf 2012 werd het relatief stil. Hoe komt dat?
‘De lijstjes zijn buitengewoon interessant maar ze stellen niks voor. Ik ben acht jaar lid geweest van de Onderwijsraad en zeven jaar vicevoorzitter van de Vereniging Hogescholen. Ik heb dus zo’n vijftien jaar in het Haagse circuit rondgelopen. Dan geef je interviews en schrijf je opiniestukken om het beleid te beïnvloeden.
Toen ik klaar was als vicevoorzitter van de Vereniging Hogescholen heb ik mijn werkterrein verlegd. Mijn speelveld werd Utrecht en Brussel. Ik heb bijvoorbeeld de Economic Board Utrecht mede opgericht en met Yvonne van Rooij ingezet op de ontwikkeling van het Utrecht Science Park. Ook heb ik met anderen CARPE op gezet, een netwerk van hogescholen uit Utrecht, Finland, UK, Duitsland en Spanje en Hongarije.
In mei hadden we de derde conferentie en daar zag je dat het gaat draaien. Onze onderzoekers participeren vaak in projecten van de andere partners, er ontstaat studentenmobiliteit en de HU is penvoerder van een groot gezamenlijk project. Om voor Europese subsidie in aanmerking te komen moet de HU buitenlandse partners hebben.’
Frans Leijnse, oud-voorzitter van de Vereniging Hogescholen, zei in een artikel van Trajectum dat het tijd is om kleinschaligheid binnen de HU te realiseren. Ben je het daarmee eens?
‘Ja. Heel erg. Dat hebben we al ingezet. Met de nieuwe besturingsfilosofie waar de docententeams meer ruimte krijgen. En in de nieuwe huisvesting wordt het onderwijs van de opleidingen aan de instituutspleinen georganiseerd. Het derde punt wat speelt is dat er meer docenten worden aangesteld. Dat doet de HU door te bezuinigen op ondersteunend personeel en meer docenten aan te trekken. Maar ik hoop ook dat Jet Bussemaker haar belofte waarmaakt door het geld dat vrijkomt door de afschaffing van de basisbeurs terug te ploegen naar meer docenten. Daardoor hoeft een docent minder studenten te bedienen, wat leidt tot intensivering van het onderwijs.’
Foto: Collegelid Anton Pijpers van de Universiteit Utrecht overhandigt Geri Bonhof de zilveren penning van de universiteit.
© Femke van den Heuvel
Lees ook: