Columns

Büsra haat de sportschool, maar ging toch

Foto: Kees Rutten

Büsra Kondakçi studeert Journalistiek aan de HU en schrijft columns voor Trajectum.

Een plek waar mensen vrijwillig gebruik maken van martelwerktuigen. Dat is in mijn beleving de sportschool. Voor mijn broertje (en mijn halve klas) is een bezoek eraan juist het lichtpuntje van de dag. ‘Zielig’ noem ik dat, hij kan dat hebben. 

Mijn broertje en zusje wonen niet meer thuis, maar in de weekenden herenigen we ons in ons ouderlijk nest. Zo ook afgelopen zaterdag. Sinds een aantal maanden zijn ze fanatieke sporters en bonden ze over dit onderwerp. Ik niet, want heb niets met (lees: haat) de sportschool. Vroegah was ik er ook wel eens te vinden, maar zo’n drie jaar geleden zag ik het licht en heb ik mezelf gezworen er nooit meer te komen. Geef mij maar een danslesje of een uurtje boulderen. 

Maar hé, ik wilde iets doen met Abdullah en Tugba, en aangezien ze beide van de gym (hoor m’n Boomer-pa alweer zeggen: ‘Alles moet tegenwoordig in het Engels, hè?!’) houden, ging ik ze joinen.

Het was ‘sarms- day‘ (shoulder en arms, apart lichaamsdelen trainen schijnt een ding te zijn), dus we begonnen in, zoals ik dat noem, het ego-hok. Een ruimte waar iedereen zijn/haar/diens insta-proof lichaam bewondert in verrassend schone spiegels. Het ruikt er naar een cocktail van transpirerende testosteronbommen en kutzweet. Op de achtergrond hoor je bizar slechte hits, waar verder niemand naar luistert, want iedereen heeft oortjes in. Ik heb niemand zien lachen, dus betwijfel of ze het echt naar hun zin hebben. 

Bij elke oefening barstte ik uit in lachen. Mijn creatieve brein wilde de apparaten anders gebruiken dan waar ze voor bedoeld waren. Ik hing in de kabelmachine en klom in iets wat op een klimrek leek, bleek daar niet voor te zijn. Werd daarna gesaved door mijn broertje toen ik bijna werd verpletterd door een ijzeren stang, terwijl mijn zusje deze happening filmde voor haar snapchat following.

Mijn siblings schamen zich inmiddels nog erger voor me dan hiervoor en willen me vast niet meer meenemen. Toch ga ik ze ergens in de verre toekomst zeker nog wel eens proberen te joinen. Niet voor het sporten, maar om een beetje lol te trappen en ze voor schut zetten. Wat ben ik een toch lieve zus.