Minister Bussemaker hield gisteren in Nieuwsuur voet bij stuk: een studentenstop bij technische universiteiten is niet erg, mits tijdelijk. De lobby van de TU’s is sterk, zei ze, waardoor problemen bij andere opleidingen nu onderbelicht blijven.
De vier technische universiteiten zeggen de grote toestroom van studenten niet langer aan te kunnen. Afgelopen vrijdag stuurde de TU Eindhoven de minister een brandbrief waarin de universiteit haar opriep ‘passende maatregelen’ tegen de explosieve groei te nemen.
Maar Bussemaker liet zich niet overtuigen. Je moet het wel in proportie blijven zien, zei ze gisteravond in Nieuwsuur. ‘Afgelopen jaar konden 91 studenten niet aan de technische opleiding van hun eerste voorkeur beginnen.’ Die studenten zouden best een andere, verwante opleidingen kunnen gaan doen, vindt ze.
Is het niet wat wrang dat na jarenlange inspanningen om meer techniekstudenten aan te trekken, de deur nu wordt dichtgegooid, vroeg de presentatrice de minister. Die herhaalde wat ze eerder zei: zo’n studentenstop is maar tijdelijk. ‘Het is een voorzorgsmaatregel: we kunnen nu even niet de kwaliteit bieden, maar over twee of drie jaar weer wel.’
Ook komen lang niet alle afgestudeerden in de techniek terecht, benadrukte Bussemaker opnieuw. Dus de werkgevers die klagen dat ze moeite hebben technisch personeel te vinden, moeten bij zichzelf te rade gaan. ‘Die moeten ook hun best doen om ervoor te zorgen dat mensen in de techniek wíllen werken.’
Bovendien hebben de TU’s, in vergelijking met andere universiteiten, al meer dan dertig miljoen euro extra gekregen. Andere instellingen zouden dat ook wel willen, zei ze: bijvoorbeeld voor hun lerarenopleidingen, die lang niet zo’n sterke lobby hebben.