Minister Bussemaker herhaalt het keer op keer: ook al komen er minder studenten naar de pabo, er zal geen tekort aan meesters en juffen ontstaan. Maar een eenvoudige rekensom wijst anders uit. 'Dit is wat we al vreesden.'
'Met die strenge toelatingseisen voor de pabo spannen we het paard achter de wagen', verzucht Tweede Kamerlid Rik Grashoff van GroenLinks. 'We hebben wel degelijk een probleem met die pabo’s.'
Hij reageert op een berekening van het Hoger Onderwijs Persbureau. Daaruit blijkt dat het aantal afgestudeerden van de pabo onvermijdelijk zal dalen.
Aantal eerstejaars gedaald
De opleidingen tot leraar in het basisonderwijs stellen tegenwoordig allerlei toelatingseisen aan nieuwe studenten. Lang niet iedereen kan daaraan voldoen. Daardoor is het aantal eerstejaars met een derde gedaald.
Dat ligt gevoelig, want zijn er straks nog wel genoeg juffen en meesters voor de basisscholen? Het niveau mag best omhoog, vinden politieke partijen, maar er mogen geen tekorten ontstaan. 'Als dat zou gebeuren, bijten we onszelf in de staart', zei bijvoorbeeld Jesse Klaver van GroenLinks. Ook de ChristenUnie waarschuwde voor 'dramatische gevolgen'.
Keer op keer bezweert minister Bussemaker dat het wel meevalt. Deze week nog zei ze in antwoord op Kamervragen: 'Een grote daling in de instroom betekent niet per se een grote daling in de uitstroom.'
Betere eerstejaars
Haar redenering gaat als volgt. Voorheen haalden veel pabo-studenten de eindstreep niet, bijvoorbeeld doordat ze in het eerste studiejaar over de taal- en rekentoetsen struikelden. De strenge instroomeisen zullen voor betere eerstejaars zorgen, die vaker een diploma behalen.
Met andere woorden, je verliest studenten door de strenge eisen, maar hopelijk zijn dat alleen de zwakke studenten die vroeger zouden uitvallen.
Nu kunnen we gaan rekenen: hoeveel eerstejaars moeten er overblijven om de sterke daling van de instroom te compenseren? Het zou zomaar een opgave kunnen zijn uit een rekentoets van de pabo.
Eén op drie stopte
In 2013 begonnen bijna 5.800 eerstejaars aan de pabo. Een jaar later waren er bijna 1.900 uitgevallen. Sommigen stopten met studeren, anderen stapten over naar een andere opleiding. Oftewel, ongeveer één op drie stopte binnen een jaar met de pabo.
We weten nu nog niet hoe het is gegaan met de 5.720 eerstejaars die vorig jaar van start gingen, voordat de strengere eisen werden ingevoerd. Als we op voorgaande jaren mogen afgaan, zijn er waarschijnlijk zo’n 1.800 gestrand. Dan zijn er 3.900 overgebleven.
Precies even veel als het aantal eerstejaars dat de strengere toelatingseisen doorstond en in september 2015 aan de pabo is begonnen. Dat zijn er namelijk ook 3.900. Die moeten dus allemaal binnenboord blijven om de daling van het aantal eerstejaars te compenseren. Dat lukt natuurlijk nooit.
Erg optimistisch
Zo bezien klinken de uitspraken van Bussemaker wel heel erg optimistisch. Zelfs als we rekening houden met de algehele daling van eerstejaars in het hbo blijft het zo goed als onmogelijk om de klap op te vangen met een ‘beter rendement’.
Maar betekent dit nu dat de instroomeisen een vergissing waren of niet? Volgens Kamerlid Michel Rog van het CDA zullen ze het onderwijs verbeteren en de status van het leraarschap verhogen, zodat uiteindelijk ook weer meer jongeren voor de pabo kiezen. 'Natuurlijk zullen er ook nu nog studenten uitvallen of van studie veranderen, daar moet de minister niet omheen draaien. We moeten niet kniesoren, maar door de zure appel heen bijten.'
GroenLinks heeft er minder vertrouwen in. 'De teruggang aan de pabo is idioot groot', zegt Grashoff. 'We zijn aan de verkeerde kant begonnen. We moeten studenten niet aan de poort afwijzen, we moeten zorgen dat de pabo’s hen goed toerusten om in het basisonderwijs les te geven. Je moet ze stevig beetpakken en goed lesgeven. We zouden de opleiding ook een jaar langer kunnen laten duren om het niveau te verhogen.'