Columns

Column André Weststrate: Mattenklopper

‘Het is uit.’ Zo’n stelletje in je omgeving dat het geloof in de liefde waarborgt. Je kent ze wel. Niemand heeft ze ooit apart gezien. 
‘Als het met die twee uitgaat….’ Nou. Met die twee ging het dus uit. 
En hard ook. Maandagavond was er nog niks aan de hand. Dinsdagavond was hij geblocked op Facebook en stond zijn kamer vol met cadeautjes die hij haar ooit gaf.

In ruim zes jaar kun je blijkbaar heel wat cadeaus verzamelen. Ooit maakte ik ook deel uit van ‘zo’n stelletje’. Een waarborg. Die garantie is inmiddels verlopen. Het enige wat we terug gaven is de sleutel en boeken die we van elkaar geleend hadden. En nog niet eens allemaal. Maar. Ssssssht…. Dat weet zij niet. Briefjes, foto’s, lievedingen en zo. Dat hebben we allemaal nog. En we lachen er om. 
Gelukkig.

Om na zes jaar iemand compleet uit je leven te weren moet je op z’n minst met twaalf andere vrouwen het bed gedeeld hebben. Zou je denken. 
Niks van dit alles! Kort door de bocht heeft hij niet vaak genoeg gezegd hoe mooi hij haar wel niet vond. Opgerold in schuldgevoel raapten we hem uit een hoekje van z’n kamer. Hij droop er van. We hingen hem uit. Klopten. Met een mattenklopper. Ramden. Stampten. Het lukte niet.

Je blijft tenslotte zes jaar samen met iemand die je lelijk vindt. Die stinkt. Raar praat. Gek loopt. Scheel kijkt. Met een haarlijn halverwege haar hoofd. En kwijlen dat ze doet! Niet eens alleen als ze slaapt. En hij bleef dapper elke dag zeggen dat ze mooi was. Wel honderd keer. Het was niet genoeg. Nooit. En het zal nooit meer genoeg zijn.

Ik heb natuurlijk geen idee of ze stinkt. Zo dichtbij mocht ik van hem nooit komen. Of ze gek loopt? Scheel kijkt. En de rest. Clueless. Ik kan haar Facebookfoto’s niet meer bekijken. Mocht ik ook nooit van ‘m. 
Ik wil dat peper- en zoutstel eigenlijk nog wel terug.