Achtergrond

Coverstory: Retourtje Uithof

Tienduizenden studenten, medewerkers en bezoekers vinden dagelijks hun weg naar De Uithof. En het universiteitscentrum – met hogeschool, universiteit en Universitair Medisch Centrum – blijft groeien. Met als gevolg een niet aflatende verkeersstroom van auto’s, bussen en fietsers. Een transferium en tramverbinding moet uitkomst bieden.

Het is inmiddels een bekend stadsbeeld in het Utrechtse. Stampvolle bussen met studenten die af en aan scheuren van het centraal station richting Uithof en terug. Slierten fietsers die zich in colonne een weg wurmen door de vaak smalle straten en gevaarlijke kruispunten. En lange rijen files op de toevoerwegen met automobilisten die hopen op een vrij plaatsje op de uitpuilende parkeerplaatsen.

In De Uithof studeren zo’n 50.000 studenten en werken circa 20.000 mensen. Zij zoeken hun weg naar een van de drie grote instellingen: Hogeschool Utrecht (HU), Universiteit Utrecht (UU) en Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht). Tel daarbij de bezoekers, ziekenhuispatiënten, bewoners van de studentenflats en sporters van Olympos en het beeld is compleet.

Clustering
Het terrein, sinds kort ook aangeduid als Utrecht Science Park, vormt samen met de historische binnenstad hét gezicht van Utrecht. Het is een van de ‘iconen’ waar de stad ‘voor een groot deel zijn identiteit aan ontleent’, meldt het nieuwe bestemmingsplan van de gemeente. Hetzelfde document pleit voor nog meer bedrijvigheid: ‘Voor de profilering van de gehele stad is het belangrijk om De Uithof verder te ontwikkelen tot kennis- en zorgcentrum met campus en Science Park.’

De ambities die de gemeente met de partners in De Uithof heeft, zijn niet gering. Belangrijk onderdeel is de vorming van een zogemaand life science park, een clustering van instituten en bedrijven uit de medische en biologische hoek. Een flinke impuls hiervoor is de aankondiging van het international voedingsmiddelenconcern Danone dat het in 2012 een researchafdeling in De Uithof wil vestigen. Ook het instituut voor volksgezondheid RIVM onderzoekt of het haalbaar is om over een aantal jaren te verhuizen van Bilthoven naar De Uithof.

Volgens Alie Tigchelhoff, sinds juni vorig jaar directeur van het Utrecht Science Park, biedt het bestemmingsplan alle ruimte om bedrijven aan te trekken die passen bij het profiel van het park. Ze noemt de bereikbaarheid van De Uithof een uitdaging. ‘Het staat haaks op de ambities om op termijn te groeien’, zegt zij. De Uithof moet een duurzame campus worden waarbij de partijen samen zoeken naar oplossingen die een alternatief kunnen bieden voor het autoverkeer, zoals het promoten van (OV )-fietsen en reguliere buslijnen, het aanbieden van de Utrecht Bereikbaar Pas en het gezamenlijk inzetten van bussen.

De overvolle OV-bussen vanaf CS zijn haar een gruwel vanwege de uitstraling. ‘Als de RIVM en Danone zich hier vestigen dan moeten de honderden werknemers wel De Uithof kunnen bereiken. Het is niet de bedoeling dat zij in de stampvolle bussen moeten reizen. Voor studenten is dat anders. Voor hen is dat tijdelijk. En zij kunnen in de stad komen wonen en op en neer fietsen. Het personeel van Danone heeft vaak elders een huis en is daar gebonden vanwege de kinderopvang en scholen.’

De drukte in De Uithof zal in de nabije toekomst verder aanzwellen omdat de bestaande instellingen op het terrein blijven groeien. De studentenaantallen van hogeschool en universiteit stijgen naar verwachting jaarlijks met enkele procenten; goed voor een extra toename van honderden tot enkele duizenden bezoekers. Daarbij streeft de HU ernaar om het bestuur en de centrale diensten, die nu voornamelijk in het centrum zijn gehuisvest, te concentreren in De Uithof. Ook wil de HU dat de opleidingen van het Institute for Life Sciences and Chemistry aan de FC Dondersstraat een plek in De Uithof krijgen. Verder breidt het UMC uit met een nieuwe intencive care-afdeling en zijn er zijn plannen voor de inrichting van een zorgboulevard en de bouw van een woontoren voor het personeel.

Het aantal studenten dat in De Uithof is gehuisvest neemt drastisch toe. Volgens het bestemmingsplan is er ruimte om bovenop de bestaande tweeduizend woningen in de studentenflats nog eens complexen met 2.500 kamers neer te zetten. Het coalitieprogramma van het nieuw stadsbestuur, waarin GroenLinks, PvdA en D66 de scepter zwaaien, rept van 500 extra woningen in 2014, oplopend tot 2.200 de jaren erna.

Bereikbaarheid
De explosieve groei van De Uithof baart Ruut van Rossen grote zorgen. Hij is hoofd zakelijk vastgoed- en beheer bij de afdeling van Universiteit Utrecht die De Uithof beheert. Zijn kamer in het Bestuursgebouw ligt bezaaid met torenhoge stapels rapporten, nota’s, tekeningen en ordners over het universiteitscentrum. Sinds tien jaar is hij de spin in het web over alles wat met De Uithof te maken heeft. ‘Ja, het is een majeur punt van dagelijkse zorg’, zegt hij. ‘We lopen tegen de beperkingen van de bereikbaarheid aan. De vraag is hoeveel verkeer je kan toelaten in verband met de luchtkwaliteit. Issues als parkeren en het openbaar vervoer zijn heikele punten in de gesprekken met partijen die zich hier willen vestigen. De bereikbaarheid is een van de onderwerpen waarop het kan afketsen.’

De Uithof krijgt dagelijks een stroom van 50.000 bezoekers te verwerken. Van Rossen rekent voor dat het universiteitsterrein ruim één miljoen vierkante meter bebouwde oppervlakte telt (dus alle verdiepingen samen) en dat er volgens het bestemmingsplan ruimte is voor nog eens 260.000 vierkante meter erbij. Met als gevolg: duizenden extra gasten per dag. De bussen vanaf Utrecht Centraal kunnen dit niet meer aan. Van Rossen: ‘Dat is een groot probleem. Bus 12 zit met 20.000 instappers per dag nu al aan zijn taks. Lijn 11 vervoert er minder maar ook veel. Er kunnen niet meer bussen gaan rijden want dan bijten ze elkaar in de staart. En ze kunnen niet nóg langer gemaakt.’

Tram
Om de aanzwellende stroom Uithofgangers het hoofd te bieden, worden twee grote troeven ingezet. De aanleg van een transferium in het noordoosten van De Uithof. Het complex met bijna tweeduizend parkeerplaatsen moet in 2012 opgeleverd worden en zal het autoverkeer van de A28 opvangen, waarna de reizigers te voet of met de fiets en bus verder kunnen. Tweede oplossing is de aanleg van een tramverbinding vanaf het station tot het transferium. Die heeft volgens Van Rossen een dagelijkse capaciteit van 35.000 personen. ‘Zo’n tram moet er komen, anders hebben we echt een probleem. Dat hebben we de gemeente geprobeerd duidelijk te maken.’

De kansen dat die tram er gaat komen is met het aantreden van het nieuw stadsbestuur fors toegenomen. In het coalitieakkoord van GroenLinks, PvdA en D66 staat het op zwart op wit: ‘In nauwe samenwerking met het Bestuur Regio Utrecht neemt het college het initiatief voor ontwikkeling en het vinden van financiering van een tramnetwerk voor de hele stad. De tram naar De Uithof wordt voor 2015 gerealiseerd. De realisatie van de overige tramlijnen zal zo snel mogelijk daarna moeten.’

 

Tram is kwestie van lange adem

Waarom moeten reizigers van Utrecht Centraal naar De Uithof zich nog altijd als haringen in een ton verplaatsen in bussen? Terwijl de overheid de gigantische vervoersstromen wel degelijk heeft zien aankomen en de eerste ideeën over een snelle tramverbinding al uit 1970 dateren. Een korte schets van de geschiedenis geeft een verklaring.

In de jaren zeventig werden de eerste plannen gemaakt voor een trein of tram tussen Utrecht Centraal en Nieuwegein. Het werd geen trein via Lunetten maar een tram die door Kanaleneiland zou gaan rijden en makkelijk doorgetrokken kon worden naar De Uithof. Rijksambtenaren maakten direct al tekeningen van de lijn door de binnenstad: dwars door het Wilhelminapark en een volgens de route van de huidige buslijn 12. Dat alles ging de Utrechtse politiek een stap te ver. De gemeenteraad legde in 1978 in een niet alledaags embargo vast dat de lijn er nooit mocht komen.

Dat was tegelijk het begin van het nadenken over de vraag ‘wat dan wel?’. D66 kwam met het idee om een tram ‘om de zuid’ aan te leggen: van het centraal station langs het spoor onder de Waterlinieweg door en richting De Uithof.
Ondertussen ging in 1983 de tram tussen Utrecht en Nieuwegein rijden. Toen was het provincie Utrecht die aandrong op doortrekking door de binnenstad naar De Uithof. De gemeente bleef tegen.

De gemeenteraadsverkiezingen van 1990 komen geheel in het teken te staan van de tramdiscussie. De partijen die voor de binnenstadstram zijn (PvdA en CDA) verliezen, de tegenstanders, waaronder D66 en GroenLinks, winnen. Na moeizame onderhandelingen komt er een college van PvdA, CDA en D66. Over de tram is afgesproken dat er een onderzoek komt naar de ondergrondse variant. Er ligt inmiddels een aanlokkelijk bod van het rijk van 600 miljoen gulden voor de aanleg van een tramlijn op de as Vleuten (actueel vanwege de plannen voor de bouw van Leidsche Rijn) – Utrecht Centraal – De Uithof. Maar het bedrag blijkt onvoldoende voor ondergronds.

Dan toch bovengronds? Over mijn lijk, had D66-wethouder Kernkamp er eerder over gezegd. Eind 1991 breken PvdA en CDA met D66. De VVD, altijd kritisch over de binnenstadslijn, neemt de plek van D66 in. Een nieuw plan volgde en de tegenstand in de stad bleef, niet alleen uit de linkse hoek maar ook van de middenstand in de binnenstad en het bedrijfsleven in het algemeen.
Na de verkiezingen in 1994 (waaruit een college volgt van PvdA, CDA, D66 en GroenLinks) komt er een compromis: er moet een hoogwaardige buslijn komen, een tram op banden.

Het Masterplan Tram werd ingeruild voor het Masterplan HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer). Plannen die erg op elkaar leken want feitelijk is er gewoon een trambaan aangelegd: een dikke laag beton tussen het Vredenburg en het UMC, die later voorzien kan worden van rails en bovenleiding. Een baan die weinig ruimte overlaat aan het overige verkeer, zoals in de Nobelstraat die te smal was om er fatsoenlijke fiets- en voetpaden aan te leggen.

Een meerderheid van de raad keurde het HOV-plan eind 1996 goed. Tijdens de jaren van aanleg werd ook een noodverbinding om de zuid aangelegd, waarover met buslijn 12 nog steeds de bulk van het vervoer naar De Uithof plaatsvindt. Begin volgend jaar moet het besluit vallen of de noodverbinding direct door een tramlijn wordt vervangen of dat er eerst een busbaan komt, die net als in de binnenstad, later ‘vertramd’ kan worden.

Eén ding staat al wel vast: Utrecht werkt tegenwoordig aan een tramnetwerk met naast de Nieuwegeinlijn verbindingen met De Meern, Vleuten, Overvecht/Zuilen en De Uithof. Om de zuid – bedacht in 1978 – én via de binnenstad. Het vaste voornemen van het nieuwe Utrechtse college van b&w is dat de Zuidlijn er voor 2015 ligt. De binnenstadslijn is en blijft een kwestie van veel langere adem.

Paardentram

In 1879 liep er al een tram langs De Uithof. Het was de paardentram van Utrecht naar Zeist van de Stichtse Tramway Maatschappij. Van De Uithof had nog niemand gehoord want het gebied heette toen de Johannapolder. Nadat de echte pk’s in 1909 vervangen werden door elektrische, groeide de lijn uit tot een van de drukste tracés van Nederland. In 1949 reden de laatste trams door Utrecht. Ze werden vervangen door bussen.

Utrecht Science Park

De naam universiteitscentrum De Uithof gaat wellicht verdwijnen. De naam kan verwarring opleveren omdat een schaatsbaan annex sportcentrum in Den Haag eveneens De Uithof heet. In die stad is tevens de amateurtuindersvereniging De Uithof gevestigd. Ook is de naam niet handig in de communicatie met internationele partners. Met Utrecht Science Park is voor iedereen in binnen- en buitenland duidelijk waar het voor staat. ‘De Uithof bestaat volgend jaar 50 jaar. Dan is het een goede gelegenheid om De Uithof definitief om te dopen tot Utrecht Science Park’, zegt directeur Alie Tigchelhoff.

De sprong naar De Uithof

Universiteit Utrecht is sinds haar oprichting 1636 gevestigd in gebouwen rond de Dom en breidt zich in de loop der eeuwen uit in talloze panden in de stad. Halverwege de vorige eeuw moest het bestuur op zoek naar een locatie buiten het dichtbevolkte centrum. De laboratoria vormen een potentieel gevaar voor de omwonenden en moeten aan steeds meer regels voldoen. Daarbij heeft de faculteit Diergeneeskunde in de Biltstraat steeds meer ruimte nodig.

Veel gebieden in de periferie van Utrecht zijn op dat moment bestemd voor grootschalige woningbouw ten behoeve van de nieuwbouwwijken Kanaleneiland, Overvecht en Hoograven. Uiteindelijk viel het oog op de weilanden van de Johannapolder, waar een boerderij met de naam De Uithof staat (nu kinderdagverblijf De Kikker). Daar zijn geen uitbreidingsplannen vanwege de aanwezigheid van enkele verdedigingswerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Door de zogenaamde Kringenwet uit 1853 mag er binnen het schootsveld van het bolwerk niet gebouwd worden. Als die wet in 1951 wordt opgedoekt maakt de universiteit zich op voor de sprong naar De Uithof. Het ministerie van OCW koopt de agrariërs uit en doet de grond later over aan de universiteit.

In 1963 kan het Transitorium 1 (het huidige Ruppertgebouw) worden betrokken gevolgd door Transitorium 2 (nu het Van Unnikgebouw), Transitorium 3 (Kruytgebouw) en Transitorium 4 (de ‘Ponskaart’). De ene na de andere faculteit verhuist naar De Uithof; maar een aantal blijft in de stad gevestigd. Ook voegen zich vijf faculteiten van de Hogeschool Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht zich erbij. En studentenhuisvester SSH bouwt op het terrein enkele studentenflats.

 

Studenten: tram is een goede zaak

USF Studentenbelangen maakt zich al jaren sterk voor een goed openbaar vervoer naar De Uithof. ‘Er is onvoldoende capaciteit om alle studenten op De Uithof te krijgen’, zegt Bart Janssen, student integrale veiligheidskunde aan de HU en lid van de Commissie OV van USF. Hij noemt het een goede zaak als er een snelle tramverbinding komt. ‘Wij zullen erop toezien dat het voor 2015 lukt, zoals het nieuwe college van Utrecht belooft. Inspraakrondes mogen niet zorgen voor vertraging en er moet extra geld van het Rijk en de provincie komen om de aanleg te stimuleren.’

Alie Tigchelhoff, directeur van het Utrecht Science Park, zegt dat medewerkers niet in volle bussen kunnen reizen en dat studenten dit voor lief moeten nemen omdat zij in Utrecht kunnen gaan wonen (zie elders op deze pagina’s). Deze uitspraak noemt Janssen ‘meten met twee maten’. ‘Studenten kunnen niet altijd naar Utrecht verhuizen omdat het bijvoorbeeld vanwege de kamernood moeilijk is om aan een woning te komen. Bovendien moeten zij zelf de afweging kunnen maken om met de bus te reizen of hier te komen wonen.’ 

Volgens Hans Hoving, beleidsadviseur van het college van bestuur van de
HU, zullen de tram en het transferium de verkeersstromen in goede banen
leiden. Daarbij wijst hij er op dat de bouw van nieuwe
studentenwoningen in De Uithof leidt tot minder verkeer naar De Uithof.
‘Als zij hier ook studeren dan voorkom je veel mobiliteit. Zij kunnen
te voet of met de fiets naar de opleiding.’

Dit artikel verschijnt ook op de website www.dnu.nu en huis-aan-huisblad Ons Utrecht