Nieuws

Cvb-voorzitter: ‘Reorganisatie was wellicht beter geweest’

De bezuinigingen bij HU Diensten hadden wellicht beter door middel van een korte reorganisatie kunnen gebeuren, dus niet via natuurlijk verloop over een periode van vier jaar. Dat zegt collegevoorzitter Jan Bogerd.

Bogerd, in een kort interview met Trajectum: ‘Achteraf realiseer ik me dat we daarmee een periode van vier jaar onzekerheid voor mensen in de lucht houden. Dat is misschien niet zo’n goede keuze geweest. Wellicht hadden we beter voor een formele reorganisatie kunnen kiezen: met gedwongen ontslagen, maar met een periode van pijn voor korte duur.’

Dit voortschrijdend inzicht duikt ook op in een lijst met vragen en antwoorden (Q&A) die is opgesteld naar aanleiding van een kritisch artikel in NRC Handelsblad. De Q&A is breed verspreid, onder meer onder directeuren, lectoren en leden van de Hogeschoolraad en opleidingscommissies. Deze aanvullende informatie is volgens het college nodig om een goede dialoog te kunnen voeren.

Kwaliteitsverlies
Deze opstelling lijkt een kentering in het denken over de manier van bezuinigen. In een interview met Trajectum (vanaf pagina 26) uit februari 2015 noemde Bogerd het een ‘groot voordeel’ dat de operatie geen reorganisatie is. Want dan bestaat het risico dat mensen met goede kansen op de arbeidsmarkt vertrekken en dat zou leiden tot een ‘enorm kwaliteitsverlies’, stelde hij. ‘Omdat wij de kwaliteit willen handhaven kiezen wij ervoor om het niet via een reorganisatie te doen’, zei Bogerd in het interview.  

Om het relatief hoge aantal aan ondersteunend personeel te reduceren, moest het college destijds kiezen uit de opties van een formele reorganisatie (met gedwongen ontslagen) of een traject van vier jaar, waarbij op het natuurlijk verloop bij medewerkers werd ingezet. In overleg met de Hogeschoolraad en raad van toezicht werd besloten om gebruik te maken van het natuurlijk verloop. Daarbij werden tijdelijke contracten vaak niet verlengd en kwam er geen vervanging van mensen die een andere baan vonden of met pensioen gingen. 

De periode van reductie werd gesteld van 2013 tot en met 2016. Bogerd: ‘Het natuurlijk verloop was zeven procent per jaar. De taakstelling voor de bezuiniging was vijf procent per jaar. Toen dachten we: als we dat op een goede manier managen, kunnen we de bezuinigingen realiseren zonder gedwongen ontslagen.’

Complicerende factor
Een complicerende factor was dat in het eerste jaar van de operatie de vijf procent reductie bij lange na niet werd gehaald. Dat kwam doordat de vacatures grotendeels toch werden opgevuld. ‘Dat betekende dat er nog drie jaar overbleef om die twintig procent te realiseren’, vertelt Bogerd. Een strenger beleid bij het opvullen van vacatures en tijdelijke contracten leidde tot spanningen op de werkvloer.

Ook ontstond er vertraging bij onderwijslogistiek. Bezuinigingen bij de medewerkers van planning, roostering en cijferverwerking bleken alleen mogelijk nadat zij waren ontvlochten (gecentraliseerd) en de processen geharmoniseerd. ‘Toen hebben we extra budget vrijgemaakt om de bezuinigingen bij onderwijslogistiek een half jaar langer te rekken, dus tot medio 2017’, legt hij uit.

Volgens de collegevoorzitter is het nu al merkbaar dat de ondersteuning vanuit HU Diensten is verbeterd: ‘We horen terug van opleidingsmanagers dat de ondersteuning betrouwbaarder is en dat de systemen beter werken. Natuurlijk moeten veel mensen er nog aan wennen. Managers moet nu ziekmeldingen zelf in de computersystemen invoeren terwijl dat vroeger door anderen werd gedaan. Dat geldt ook voor mijzelf. Maar ik ben evenveel tijd kwijt als ik een mailtje stuur naar een secretaresse met de vraag om iemand ziek te melden dan dat ik het zelf doe.’