Marilène Vis (20) studeert Journalistiek aan de HU.
Als journalist kun je bijna niks schrijven zonder bronnen gesproken te hebben (behalve columns, jippie). En aangezien je negen van de tien keer aan een strakke deadline vastzit, moet je iedereen gisteren al gesproken hebben.
En dat is waarom de regel ‘de beller is sneller’ inmiddels in mijn hersenen gebrandmerkt is. Als je mensen via de mail benadert, geef je ze de kans om je bericht rustig te lezen. Zich vervolgens te realiseren dat ze helemaal geen zin hebben om met je te praten en een slap excuus te verzinnen. Om je vervolgens (als ze überhaupt al reageren) heel nonchalant af te wijzen.
Als je ze belt, overval je ze. Dan kun je al je Wolf of Wallstreet-onderhandelingstechnieken inzetten om ze te overtuigen met je te praten. Zodat ze zich ná het gesprek pas realiseren dat ze er helemaal geen trek in hadden. En dan is het al te laat.
Heel handig en manipulatief. Een nadeel is dat veel journalistiekstudenten (waaronder de Marilène van twee jaar geleden) een verlammende bel-angst heeft. Ik ben student-assistent voor eerstejaars journalistiekstudenten. Als ik sommigen van hen adviseer een bron te bellen, kijken ze me aan alsof ze water zien branden.
Toen ik aan mijn vrienden vroeg of zij ook last hebben van bel-angst, reageerden ze allemaal met andere redenen. De een was bang om afgewezen te worden, de ander om dom over te komen. Weer een ander was simpelweg bang voor ongemakkelijke situaties. Je weet immers niet hoe iemand is of hoe diegene erbij zit, aan de andere kant van de lijn.
Een van de dingen die mij over mijn angst geholpen heeft, is werken bij een callcenter. Ja, het klinkt vreselijk (en dat was het eigenlijk ook). Maar aangezien je betaald wordt om te bellen, kun je er niet meer omheen. Ik weet het, iemand bellen om te vragen of ze een vast energiecontract willen nemen klinkt anders dan een politicus bellen om te vragen of ze alsjeblieft langs willen komen in je uitzending. Maar het ís dus hetzelfde, want nu bel ik iedereen zonder blikken of blozen. Bronnen moeten bang zijn voor mij.