Serie: Studieverenigingen

De boekenplank die alle studieverenigingen bij elkaar houdt: OSHU stelt zich voor

OSHU
Bestuur OSHU, vlnr.: Tanja Overbeek, Fabian Driessen, Lucy Hanschke, Femke Wijnen en Jesper Obbes. Foto: OSHU.

In de afgelopen drie maanden heeft Trajectum in totaal twaalf studieverenigingen voorgesteld aan de eerstejaars. Want de kennismaking verliep vanwege corona wat stroever dan normaal. Maar op de drempel van het nieuwe jaar is het tijd om te stoppen met deze serie. En hoe anders af te sluiten dan met de stichting Overleg Studieverenigingen Hogeschool Utrecht (OSHU), het koepelorgaan van alle studentenorganisaties die aan Hogeschool Utrecht (HU) zijn gelieerd. We spreken voorzitter Lucy Hanschke.

De OSHU ondersteunt de studieorganisaties in de breedste zin van het woord. Ook fungeert de organisatie als tussenpersoon voor de studieverenigingen en de HU. ‘Als koepel proberen wij iedereen bij elkaar te houden’, vertelt Hanschke. ‘Tijdens ons maandelijkse koepeloverleg verzamelen wij allerlei vragen of problemen en bespreken die dan later met de HU. We hebben daarvoor veel contact met studentparticipatie maar ook soms rechtstreeks met het college van bestuur. Die antwoorden koppelen wij dan weer terug.’

Soms wel, en soms niet

Meteen maar even een concreet voorbeeld: Hanschke noemt de bestuurskamers op de hogeschool. Vanwege de coronacrisis mochten bestuurders niet meer in hun eigen kamers, terwijl bestuurders op de universiteit dat wel mochten. ‘Dit vonden wij niet netjes en daarom hebben wij een gesprek gehad met collegevoorzitter Jan Bogerd’, zegt ze. ‘Toen hebben we aangegeven: we snappen het, maar de studentbestuurders willen toch wat anders. En omdat we de koepelorganisatie zijn, hebben we dan toch meer overwicht. Als vereniging heb je vaak niet zo’n kort lijntje.’

‘De HU werkt best wel met ons mee, ze staan in elk geval altijd open voor gesprek’, zegt Hanschke. ‘Soms kunnen ze meewerken en soms niet omdat het niet kan of mag.’
In het geval van de bestuurskamers is het een beetje van beide geworden. De bestuurders mogen nog steeds niet naar hun kamers, maar worden nu gezien als medewerkers van de HU in plaats van als studenten.

‘Iedereen wil nog steeds heel graag in hun eigen bestuurshok zitten maar dat gaat nu niet. Toch zijn we blij dat wij worden gezien als onderdeel van de HU. Nu hebben bestuurders hetzelfde recht om op de hogeschool te komen als medewerkers.’

Hoe was het afgelopen jaar voor jullie?
‘We hebben voor een dilemma gestaan, namelijk: welke rol moeten wij op ons nemen in het coronavirus-beleid? In hoeverre moeten wij het goede voorbeeld geven? Wij willen ook graag fysiek bij elkaar komen, maar dat mag eigenlijk niet. We zagen dat het gebeurde bij verenigingen, dus in hoeverre zeggen wij: dit mag niet? Uiteindelijk hebben wij gezegd: dit zijn de regels en wij laten het verder bij jullie. We gaan niet handhaven, wij gaan er niets van zeggen. Maar dat was lastig en je moet het er ook met zijn allen over eens zijn.’

De besturenbubbel en het wiel uitvinden

Waar zijn jullie goed in?
‘De besturenbubbel! Wij zijn een soort minivereniging met alle bestuurders. De ervaring en kennis die wij hebben, delen we met elkaar. Dat is belangrijk want daardoor kun je veel leren in je bestuursjaar. Negen van de tien keer lopen verenigingen tegen hetzelfde probleem aan. Iedereen kan dan het wiel proberen uit te vinden, maar je kunt het ook samen doen. Zo werk je elkaar omhoog.’

Waar lopen studenten dan tegenaan? Volgens Hanschke loopt dat uiteen. ‘Soms weten verenigingen even niet meer wat ze moeten doen om hun leden bij elkaar te houden. Er komen veel aanmeldingen van studenten, maar om de leden bij je te houden blijkt lastig. En dan is er dat stukje motivatie bij bestuurders, dat neemt soms ook af. Ik hoop dat ze dan naar ons toekomen, wij hebben allemaal bestuurservaring.’

Problemen zijn er ook heel concreet, zoals het voorbeeld dat er verenigingen zijn die graag een filmpje willen maken maar geen camera hebben. Daarom heeft de OSHU een camera gekocht, net als microfoons en webcams. Die kunnen ze dan lenen zonder dat een vereniging daar meteen honderden euro’s tegenaan moet gooien.

Subsidies aanvragen in tijden van corona

Honderden euro’s kunnen verenigingen trouwens ook krijgen bij de OSHU, in de vorm van een subsidie. Elke vereniging kan per collegejaar 1500 tot 3000 euro aanvragen. Dat laatste bedrag is alleen beschikbaar voor verenigingen die zich aangesloten hebben bij studieboekenverkoper Studystore. De subsidies worden bijvoorbeeld aangevraagd voor educatieve reizen. Die aanvragen moeten aan een aantal voorwaardes voldoen. Een daarvan is dat verenigingen rekening moeten houden met duurzaamheid. Bij een educatieve reis betekent dat: waarom gaan we met een vliegtuig en niet met een bus, of andersom?

Normaliter wordt de weg naar subsidies goed gevonden volgens Hanschke, maar dit jaar kunnen verenigingen maar weinig educatieve activiteiten organiseren. ‘Daarom zijn we bezig met een aangepaste variant van de subsidieregeling’, vertelt Hanschke. ‘Misschien kunnen we straks grotere locaties in de stad afhuren waar je met meer mensen in mag. Daar zouden verenigingen iets educatiefs kunnen organiseren. Of dat ze een toffe online activiteiten kunnen regelen. Al snap ik dat mensen daar niet op zitten te wachten, misschien zijn ze schermmoe.’
Wanneer de aangepaste variant aangevraagd kan worden, is nog niet bekend.

Wat zouden studieverenigingen missen als OSHU er niet meer zou zijn?
‘Het informele contact met de HU. Soms voelt het alsof de verenigingen niet heel serieus genomen worden door de hogeschool. Wij kloppen dan aan en zeggen dat iets belangrijk is. Ons lukt het dan soms wél om iets voor elkaar te krijgen. We willen het beste voor de bestuurders, dat is ons doel. Wij zijn de boekenplank die alle studieverenigingen ondersteunt en bij elkaar houdt. Je gaat maar naar ons luisteren want dit is een grote boekenplank. Je praat niet met één vereniging maar met alle organisaties die bij jullie horen.’

Lees hier terug: Alle verhalen van de studieverenigingen. Zit de jouwe erbij?