Columns

De kern van het werkdrukprobleem

Ernst-Jan Hamel
Foto: Kees Rutten

Onze columnist Ernst-Jan Hamel is docent Journalistiek en beschrijft wat hem opvalt in zijn werk met studenten. Vandaag: waar komt die werkdruk bij docenten vandaan?

Vrienden kijken me altijd raar aan als ik vertel dat ik de hele zondag heb nagekeken. Of als ik last-minute een concertkaartje op Ticketswap zet omdat ik ’s avonds nog een Powerpoint in elkaar moet flansen.

‘Waarom doe je dat werk niet onder werktijd? Jij hebt toch maar een baan voor 3,5 dag per week bij de HU?’, zeggen ze dan.

Die vraag stel ik mezelf ook vaak. Steek ik te veel werk in lessen voorbereiden? Moet ik minder perfectionistisch worden? Kan ik niet sneller nakijken en mijn feedback aan studenten beperken tot één standaardzinnetje? Of krijg ik gewoonweg te weinig tijd om mijn werk te doen?

Tegenover vrienden schiet ik altijd snel in de verdediging. Dat ik regelmatig moet werken op zondag is logisch vanwege piekmomenten in het onderwijs. En verder is ook het mijn eigen schuld: had ik de wekker doordeweeks maar eerder moeten zetten.

Maar om eerlijk te zijn: het probleem ligt grotendeels elders. Als ik in planningssysteem Xedule kijk, dan blijkt dat ik voor veel vakken maar bedroevend weinig voorbereidings- en nakijkuren krijg. Voor tussentijds feedback geven, om maar een voorbeeld te noemen, krijg je nauwelijks tijd. Terwijl in alle boeken over didactiek juist staat dat die formatieve feedback zo belangrijk is.

Daar zit volgens mij de kern van het werkdrukprobleem. Strikt gezien kun je als docent je werk doen in de daarvoor gereserveerde tijd. Maar een docent die echt kwaliteit wil leveren, gaat extra dingen doen, in zijn vrije tijd. Ik ben ook zo’n stumper.

Volgende week organiseren onderwijsvakbonden een landelijke actieweek voor meer investeringen in het onderwijs. Op vrijdag wordt er gestaakt. Een van de gesignaleerde problemen is de hoge werkdruk voor docenten.

Mijn steun hebben de actievoerders. Voor kwalitatief hoogstaand onderwijs hebben docenten meer tijd (= meer geld) nodig.

Begrijp me niet verkeerd: wij docenten hebben een prachtig beroep. En er komen arbeidsvoorwaarden bij waar mijn vrienden van dromen. In minder drukke weken loop ik soms om drie uur ’s middags fluitend het pand uit om thuis lekker op de bank de finish van een of andere Belgische wielerklassieker te kijken. Plop!

En verder: tien vakantieweken per jaar. Tien! Als ik dat noem, slaat de sfeer in mijn vriendengroep compleet om. ‘Geef mij die baan!’

The perks of being a hogeschooldocent: structureel meer werken dan je betaald krijgt, maar wel de vrijheid om je eigen uren in te delen en lekker lang met vakantie.