Achtergrond

De puzzel is soms erg complex bij Instituut Archimedes

De instituutsraad keurde begin 2019 twee belangrijke plannen af bij Instituut Archimedes, waar de lerarenopleidingen onder vallen. Dat kwam bovenop eerdere aanvaringen tussen raad en directie. Voor het management is het vooral een aanzet tot nog meer gesprekken, met de teams en de raad. Als nieuwe puzzelstukjes, in een complexe puzzel die het al jaren aan het leggen is.

In januari keurde de Instituutsraad van Instituut Archimedes het managementplan (inclusief begroting) en het Strategisch Personeelsplan voor de komende jaren af. Een van de redenen was dat de hoogte van het financiële tekort over 2018 niet helder was. De raad kon naar eigen zeggen daardoor niet oordelen over de voorgestelde beleidsmaatregelen en bezuinigingen.

Het managementteam van het instituut begon daarna aan een serie gesprekken met de teams binnen het instituut en de instituutsraad. Directeur Jaap van Voorst: ‘De instituutsraad geeft aan dat een aantal zaken nog niet helder genoeg is. Er zijn bijeenkomsten waar zoveel mogelijk vragen worden beantwoord en er staan nog meerdere sessies gepland. De feedback uit de bijeenkomsten wordt zoveel mogelijk in de nieuwe plannen verwerkt. We willen zoveel mogelijk draagvlak creëren.’

Verhoudingen

Nu was er eerder sprake van een moeizame verhouding tussen de directeur en de instituutsraad. Kort voor de zomervakantie, in juni, zegde de raad het vertrouwen in hem op. En het jaar daarvoor was er onvrede over de invoering van gepersonaliseerd leren. De raad vond dat ze onvoldoende geïnformeerd werd. Er volgde een compromis, met de afspraak dat de vernieuwing gefaseerd werd ingevoerd voor deeltijd vanaf 1 september 2018. De raad keurde ook die uitgewerkte plannen medio juli af.

En begin dit jaar waren er dus ook het afgekeurde managementplan plus personeelsplan, mede vanwege onduidelijkheid over de hoogte van het tekort over 2018. Directeur Jaap van Voorst zegt daarover: We komen uit op een tekort tussen de 7 en 9,5 ton. Dat is een overschrijding van zo’n 4 procent op de totale begroting van 19 miljoen euro. Relatief gezien is dat niet zo’n groot bedrag’.

Bovendien zijn de tekorten verklaarbaar: het gros van de tweedegraads lerarenopleidingen (veertien bachelors en negen masters) heeft een jaarlijkse instroom van minder dan dertig studenten en is daardoor verliesgevend. Alleen grotere opleidingen zoals Wiskunde, Geschiedenis en Engels zijn rendabel, terwijl Nederlands en Biologie op het randje zitten.

Ondanks een tekort aan leraren kiezen studenten nog niet massaal voor dit vak. Dat is een landelijke tendens. Het vraagstuk hoe de kleine lerarenopleidingen financieel gezond te krijgen, speelt dan ook al jaren. Dat financiële vraagstuk werd nog eens ingewikkelder omdat in 2017 ook het blended learning-programma Maestro Kompas werd beëindigd. Dat programma, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, bracht over enkele jaren uitgesmeerd, ongeveer zeven miljoen euro op.

Sneller schakelen

Mede om het onderwijs efficiënter te organiseren en nieuwe inkomstenbronnen aan te boren, kwam het instituut al in 2016 met de instelling van een nieuw cluster: naast de bestaande clusters van Talen, Exact en Welzijn, Zorg en Maatschappij kwam er het het cluster Generiek. Uit de bestaande clusters konden onderwijskundigen overstappen naar Generiek om van daaruit les te geven en contractonderwijs te verzorgen.

De invoering van het Generiek-cluster sloot aan bij de wensen van het werkveld. Ook leek het een goede manier om sneller te schakelen en te handelen, bijvoorbeeld wanneer er snel een offerte gemaakt moet worden. Volgens directeur Van Voorst werkt het en is de omzet van de tweede (subsidies) en derde geldstroom (contractonderwijs) met zo’n dertig procent gestegen.

Binnen de vakgroepen waren bij de invoering een aantal medewerkers minder blij met de overplaatsing van onderwijskundigen naar het nieuwe cluster. Zij vonden dat studenten beter begeleiding kunnen krijgen vanuit het eigen cluster. Bovendien was het instellen van het cluster Generiek niet aan de instituutsraad voorgelegd, zo luidde de kritiek. Maar volgens Nynke van Ingen, clustermanager van Talen en WZM, mochten de onderwijskundigen destijds zelf kiezen. ‘Een paar zijn gebleven, maar het merendeel is overgestapt’, zegt Van Ingen. Van Voorst vult aan: ‘De mensen mogen terug naar de vakgroepen als ze dat willen.’

Gezamenlijk

Hoe dan ook moet het instituut, met al die kleine lerarenopleidingen, voortdurend kijken waar het onderwijs handiger en efficiënter kan. Edith Peeters, clustermanager van Exact . ‘We kunnen ons geen groepen van elf studenten met één docent permitteren. Als er bij Techniek drie studenten de cursus Elektrotechniek volgen en er bij Natuurkunde 22 studenten in een klas zitten, dan is het verstandig om dit samen te voegen. Dat gebeurt vanaf januari in toenemende mate.’

Clustermanager Van Ingen: ‘We kijken waar we de deeltijd met de voltijd kunnen combineren. En we kijken waar we aan studenten vanuit verschillende opleidingen gezamenlijk onderwijs kunnen aanbieden. We kunnen bijvoorbeeld studenten Frans, Duits, Engels en Spaans gezamenlijk Vakdidactiek 1 laten volgen.’
Van Voorst: ‘Bij het cluster Generiek zijn grotere groepen mogelijk omdat het algemene vakken zijn die iedereen moet volgen. Het vak “Beroep” gaat over het leraarschap en is voor iedereen hetzelfde. Dus hier kunnen we de studenten uit de verschillende opleidingen samenvoegen.’

Puzzelstukjes

Het is een ingewikkelde puzzel die ze bij het instituut aan het leggen zijn, zo ervaart het managementteam het. Daarbij heeft het geleerd van de kritiek op de top-down-benadering in de afgelopen periode. En dus luidt het nu: teams in the lead. ‘De opleidingen bepalen hun eigen tempo’, legt clustermanager Peeters uit. ‘Sommige gaan relatief snel en andere lopen wat minder hard. Dat is prima.’

Bij die puzzel hoort dat er af en toe nieuwe puzzelstukjes opduiken. Zo wilde het cluster Exact een pas op de plaats maken met het onderdeel Vakdidactisch Ontwerpen, een onderdeel waarin vak en generiek samenwerken. Er zou een pauze worden ingevoerd. En clustermanager Peeters zei: ‘We moeten even ademhalen, opnieuw onze positie bepalen en ervoor zorgen dat alle neuzen weer dezelfde richting op komen.’ Kort daarna laat het management weten dat ook die hobbel is genomen. Ook het cluster Exact doet weer mee.