Nederland heeft sinds deze maand haar tweede veganistische studentenvereniging: de Vegan Student Association Nijmegen (VSA). Het is nog wachten op de Utrechtse variant.
De vereniging werd opgericht, nadat een steeds groter wordende groep al een jaar lang zogenaamde ‘potlucks’ organiseerde: picknicks waarbij iedereen wat meebrengt. Voorzitter Elena (21) vertelt aan de Volkskrant: ‘De universiteit wil duurzamer worden. En vegan is duurzaam’. Bovendien is het voordeel van zo’n vereniging dat iedereen ons nu weet te vinden, zegt secretaris Rebecca (23). Er zijn genoeg redenen om veganistisch te worden: stalbranden, de bio-industrie, stikstofuitstoot.
Wordt het allemaal niet wat zwaar tijdens de bijeenkomsten? Nee, zegt lid Pleun. ‘Ik vind het niet moeilijk om duurzaam te leven. En we drinken ook gewoon gezellig bier met elkaar.’ Wat ook een voordeel is: ‘We hoeven onszelf niet uit te leggen. Iedereen snapt hier waarom je veganist wil zijn.’
Veganisten vermijden elk gebruik van dieren. Ze eten geen vlees, dragen geen leer en vermijden producten die op dieren zijn getest. Het aantal groeit: In 1996 waren er zestien duizend veganisten terwijl het er vandaag naar schatting bijna honderddertig duizend zijn, aldus de Nederlandse Vereniging voor Veganisten.
Utrecht
Groningen was een jaar geleden de eerste die een veganistische vereniging oprichtte. Volgt Utrecht de trend? Volgens Valerie Visser, van het Green Office aan de HU, is de kans groot: ‘Utrecht staat vaak bovenaan de lijsten als het gaat om duurzaamheid. Maar met zo’n vereniging loop je misschien ook het risico dat je de drempel juist hoger maakt. Individuele initiatieven werken dan misschien toch beter. De Green Office gaat het niet organiseren, maar als de veganistische vereniging er komt aan de HU: Hartstikke leuk!’
