De UIT? Ab-so-luut geen drank in het logo.

Jean Paul - Foto: Kees Rutten

‘Zeg, zullen wij eens koffie drinken?’ Jean-Paul Matser komt naar me toe in ‘t Proeflokaal, biertje in zijn hand. Hij is verantwoordelijk voor de publiciteit en de sociale media van de Utrechtse Introductie Tijd (UIT) en zoekt nog vrijwilligers. Een goede reden om Trajectum te benaderen.

Jean-Paul is samen met zijn kompanen bezig met het organiseren van de UIT, van 10 tot en met 14 augustus. Deze introductie moet vierduizend studenten overtuigen van hoe leuk en interessant Utrecht is. Ze leren er de verenigingen kennen en trappen er met z’n allen hun eerste studiejaar af.

Dit jaar bestaat het zeskoppige bestuur uit vier HU-studenten en twee studenten van de UU. Voor het eerst is de hogeschool in de meerderheid. ‘Daar is het college van bestuur wel trots op,’ grinnikt Matser. Hoe het komt, weet hij niet. Zelf stuurde hij vorig jaar gewoon een brief en een CV naar de projectmanager. In mei wist hij dat hij mee mocht doen.

Afgelopen zes maanden moesten ze alle locaties regelen, voor de festivals, de feestjes, de informatiemarkten en de picknicks. Dat was nog een aardige klus want wielerronde Vuelta 2020 zat ze in de weg. Het eindfestival is daarom deze zomer in park Transwijk, in plaats van het Griftpark. Hun logistieke post dreigde uit te moeten wijken naar het stadskantoor, maar kon op het laatste moment in Tivoli blijven. Daar komen de lunchpakketten, het gereedschap en de partytenten vandaan.

De kleur van het logo

Het logo en de huisstijl waren een gewichtige kwestie. Vooral de insiders kijken daar ieder jaar reikhalzend naar uit. Voor het thema wilde het bestuur iets luchtigs, maar ook iets waar je een paar dagen mee kon vullen. Het is geworden: “UIT je dak”. (Daarbij vielen af:  “Kies het UIT “ en “Zoek het UIT”.)
De kleur van het logo is belangrijk, want die komt op alle tasjes, T-shirts, gadgets, noem maar op. Matser is kleurenblind dus hij lag er persoonlijk niet wakker van. Maar wat het logo in ieder geval ab-so-luut niet mag uitstralen? Hij kijkt me strak aan: ‘Drank’. Verder mag alles, voegt hij er glimlachend aan toe.

Ze hebben nog vijf maanden om de week te organiseren. Is het niet gewoon een kopie van vorig jaar? Voor een deel wel, maar het bestuur mag ieder jaar beslissen waar ze de nadruk op legt. Dit bestuur kiest voor extra aandacht voor studentenwelzijn en ze zijn hard bezig om sprekers en organisaties te vinden. Matser: ‘Het is misschien een hype, maar het is ook reëel. Studenten geven het niet graag toe, want het is niet sociaal-geaccepteerd, maar ik zie ze vaak, met voortekenen van een burn-out: Geen tijd meer hebben voor een gezellige avond, half geschoren in de les komen, op zichzelf gericht zijn en alleen maar aan studeren denken.’

Het bestuur vergadert elke maandag tussen 10 en 12 uur in het bestuursgebouw. Elke dinsdag doen ze het nog eens, maar dan met hun twee projectleiders, van universiteit en hogeschool. Die hebben jarenlang ervaring, een breed netwerk en ze weten wat wel of niet werkt.

Veel maaltijden en drankjes

De meeste inspanning kost het ronselen van vrijwilligers. Nee, niet de vijfhonderd mentoren die met groepjes van vijftien eerstejaars door de stad trekken, die geven zich enthousiast op. Maar de rest van het team, de crew, is lastiger bijeen te krijgen.

‘Terwijl het zo leuk is om daar bij te horen,’ vertelt Matser: ‘Ze krijgen veel maaltijden en drankjes, mogen naar het Tivolifeest en festivals. En ze hoeven maar twee dagen aanwezig te zijn.’ Vaak melden ouderejaars zich ervoor aan. Zij kijken met een schuin oog ook rond op die informatiemarkten en sluiten zich voor de laatste jaren van hun opleiding aan bij een vereniging.

Wanneer zijn jullie tevreden?
Matser: ‘Als allevierduizend kaarten ( à 75 euro) zijn uitverkocht. En als alle deelnemers na afloop het gevoel hebben dat Utrecht bij ze past, op wat voor manier dan ook.’

De inschrijving voor de crew is sinds vandaag open.

Foto: Paul Matser