Nieuws

De vette financiële jaren van Hogeschool Utrecht zijn voorbij

Foto: Kees Rutten

De jaren waarin de HU geld overhield zijn voorbij. Dat blijkt uit het Planning en Control Kader 2025, dat is besproken in de vergadering van de Hogeschoolraad en het college van bestuur.

De afgelopen jaren lag de HU er warmpjes bij, onder andere door toenemende studentenaantallen en financiële injecties van de overheid. Veel vacatures bleven onvervuld en lang niet al het geld werd besteed. Nu moet de HU haar broekriem aantrekken, om te voorkomen dat een tekort ontstaat van 23 miljoen per jaar. Het Planning en Control Kader 2025 is een document dat eens per jaar verschijnt en zicht geeft op de portemonnee van de hogeschool.

Meer kosten

Het tekort wordt ook veroorzaakt door een aantal structurele kosten die omhoog gaan. De loonstijging van alle medewerkers (4 miljoen per jaar), het lagere tarief dat hogescholen per student zullen ontvangen en de vermindering van het aantal studenten (5 miljoen) en de ingevulde vacatureruimten. Dat laatste is goed nieuws, maar die medewerkers moeten ook betaald worden (14 miljoen). Bovendien verwacht het ministerie van OCW dat hogescholen de komende jaren minder studenten zullen kunnen verwelkomen, hetgeen ook op de begroting drukt.

Minder inkomsten

Dat er een andere wind waait, heeft meerdere oorzaken. De NPO-gelden zijn weggevallen. Dat was geld dat onderwijsinstellingen kregen om de vertraging bij studenten en onderzoek door corona in te halen. En het kabinet overweegt om de kwaliteitsgelden af te schaffen. Dat is geld dat hogescholen en universiteiten krijgen van de overheid, om het verlies van de basisbeurs te compenseren.

Geen reden tot paniek

Derk Haaksma, directeur van de Dienst Finance, Control & Analytics, maakt zich geen zorgen. ‘Waar we voorheen geld overhielden, is de verwachting dat dat in de komende jaren niet meer zo zal zijn. De financiële positie van de HU is solide. We moeten wel even afwachten wat de impact van de plannen van het  nieuwe kabinet zullen zijn en of er definitief geen aanvullende bezuinigingen op de kwaliteitsgelden komen Maar er is zeker geen reden tot paniek.’