Een rode draad vinden in je essay of goede zinnen formuleren voor je scriptie. De HU biedt gratis taalcoaching aan studenten. Wat zijn de meest gegeven adviezen van taalcoach Fleur Laponder?
Fleur Laponder (22) is taalcoach bij de HU en heeft Life Sciences gestudeerd. Per jaar coacht ze zo’n dertig studenten bij het schrijven van hun essay, brief of verslag. Dat doet ze zes uur per week, al twee jaar lang.
1. Spin vooraf je rode draad
‘Studenten beginnen vaak met het schrijven van een tekst zonder dat ze een plan hebben. Voorbereiden is het belangrijkste van het hele schrijfproces. Gebruik een tekstplan waarin je vooraf al in grote lijnen beschrijft wat je wilt gaan schrijven. Bedenk wat er van je wordt gevraagd en wat je nodig hebt om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Schrijf steekwoorden op zodat je een rode draad krijgt en voeg daarna de informatie toe.’
2. Lees je tekst hardop voor
‘Ik doe dit vrijwel altijd met de studenten die bij mij aankloppen. Wanneer je een tekst doorleest, herken je de fouten niet. Studenten vragen of hun tekst goed loopt, maar ik ben geen docent dus kan dat niet beoordelen. Als ze hun tekst hardop voorlezen, ontdekken ze dat hun zinnen niet goed lopen, dat ze te lang zijn of dat ze een werkwoord in de verkeerde vorm hadden geschreven.’
3. Schrijf je eerste versie helemaal af
‘Studenten hebben de neiging om tijdens het schrijven steeds weer naar boven te scrollen en terug te lezen. Ze blijven daar dan dingen verbeteren, maar komen ondertussen niet verder met de rest van de tekst. Schrijf daarom eerst de eerste versie helemaal af. Als de kladversie af is, weet je welke informatie er wel of niet inpast. Daarna is het vaak een kwestie van herschrijven.’
4. Een uurtje wegleggen
‘Ik hoor vaak dat studenten de rode draad kwijtraken in hun verhaal. Om dat te voorkomen, stel je vooraf een tekstplan op, maar soms is dat te laat. Dan ben je al aan het schrijven, maar weet je niet meer wat je kernverhaal is. Leg de boel dan een uurtje weg. Maak een lijstje met wat het belangrijkste is in de alinea waarmee je bezig bent. Zo scheid je hoofd- en bijzaken. Pak daarna je tekst er weer bij. Staan de hoofdzaken er niet in? Dan moet je het nog toevoegen.’
5. Gebruik synoniemen en verander de volgorde
‘Veel studenten hebben moeite met het samenvatten van hun bronnen. Dan lijkt het al snel op plagiaat. Gebruik daarom veel synoniemen. Verder kun je de volgorde van de informatie veranderen. Als je het daarna hardop voorleest, weet je of het goed loopt. Ook is het goed om te variëren met lange en korte zinnen.’
Bij Taalsupport (onderdeel van het Student Support Centre) werken zes taalcoaches. Dit zijn studenten. Zij helpen en andere studenten gratis met argumentatie, structuur en samenhang van teksten. Spelling of grammatica hoort hier niet bij.