In de jaren tachtig was de studiefinanciering te ruimhartig, maar de bezuinigingen zijn sindsdien veel te ver gegaan. Daar gaan we de komende decennia problemen mee krijgen, voorspelde voormalig onderwijsminister Wim Deetman gisteren.
De prominente CDA’er greep het vijfde lustrum van universiteitenvereniging VSNU aan voor een terugblik op de jaren tachtig, toen er eveneens een zware economische crisis was en hij flink moest bezuinigen op het hoger onderwijs.
‘Klip en klaar’ wilde Deetman zijn visie op de studiebeurs verwoorden: ‘De overheid moet investeren in de talenten van volwassen mensen. Als de markt wint, zullen talentvolle jongeren misschien sneller een goedbetaalde baan accepteren dan een studie volgen. Er moet iets tegenover staan om te kunnen gaan studeren en te willen gaan studeren.’
Met lede ogen heeft hij de ‘aanmerkelijke vermageringskuur’ van de studiefinanciering aangezien. Volgens hem is het onverstandig om de beurs steeds meer in een lening te veranderen.
Deetman kan erover meepraten, want hij heeft er zelf ook serieus over nagedacht, onthulde hij. Toen de studiefinanciering meer bleek te kosten dan geraamd, klopte hij samen met toenmalig minister van Financiën Onno Ruding bij de banken aan: konden die studiebeurzen misschien worden omgezet in leningen met een lage rente?
‘Daar waren de banken wel toe bereid, maar onder één voorwaarde: de overheid moest garant staan. Die moest betalen als de leningen niet werden afgelost. Daarop is het toen stukgelopen’, aldus Deetman.