Het begon als een bijbaan van één tot twee dagen per week als student-assistent in het laboratorium. Dat veranderde compleet toen de coronacrisis uitbrak en HU-student Maaike Bos tot wel zes dagen per week bezig was met het opspeuren van het virus. ‘Het is best spannend werk, maar ik ben ook blij dat ik een bijdrage kan leveren.’
Het is half maart als Maaike Bos (24) samen met vrienden naar Frankrijk vertrekt voor wintersport. Precies dat weekend vindt dé persconferentie plaats, waarna de ‘intelligente lockdown’ van start gaat. Op vrijdagavond stappen ze de auto in, op maandag zijn ze alweer terug. ‘Toen wist ik: er is echt iets mis,’ vertelt de student Life Sciences. ‘Ik heb vervolgens meteen op mijn werk gezegd: ik kan extra komen werken, mocht dat nodig zijn.’
Maaike werkt dan al anderhalf jaar in het laboratorium van het UMCU. Ze studeert Life Sciences aan de HU, oftewel: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. ‘In mijn tweede jaar zag ik een flyer in ons gebouw hangen; ze zochten student-assistenten op het lab bij de afdeling Medische Microbiologie. Ik werkte toen nog in de horeca en was op zoek naar een nieuwe bijbaan. Dit klonk natuurlijk perfect: werk waarbij je ook nog eens kennismaakt met het werkveld. Ik was meteen enthousiast.’
Contact met coronapatiënten
Nadat Maaike had aanboden om meer te werken tijdens de coronacrisis, kon ze direct meer uren aan de slag. Veel meer uren. ‘Er was zoveel werk te doen. Ik ben vijf tot zes dagen per week aan de slag gegaan. We voeren coronatesten uit bij de drive-through van het UMCU. Hier kunnen medewerkers zich laten testen. Deze samples komen vervolgens binnen op het laboratorium en daar wordt de test ingezet,’ vertelt Maaike.
En ja, dat is best spannend werk, geeft ze toe. ‘In het lab werken is minder spannend, dan is het materiaal al opgelost in een buffer. In de drive-through is het anders, daar sta je, gekleed in je isolatiepak, daadwerkelijk in contact met mogelijke coronapatiënten. Maar omdat je dit werk samen met een team doet, is het al minder spannend. Ik weet ook niet precies hoe dat werkt,’ lacht Maaike.
Zeker aan het begin van de crisis en haar werkzaamheden in het laboratorium was de derdejaarsstudent extra voorzichtig. ‘Ik had alleen telefonisch contact met vrienden. Ik hield echt overal afstand. Inmiddels zijn de maatregelen weer wat versoepeld en zie ik weer mensen, maar ik houd nog steeds afstand.’
Bijzondere bijbaan
Het waren lange werkweken, maar Maaike ziet daar ook de positieve kant van in. ‘Ik heb zoveel geleerd. Je zit echt middenin de coronacrisis. Samen met het team staan wij in de frontlinie en kunnen wij mensen laten weten of ze positief getest zijn. Ik ben dankbaar dat ik op deze manier een bijdrage kan leveren en realiseer me dat dit echt een bijzondere bijbaan is.’
Nu de drukte van de afgelopen maanden voorbij is, is Maaike minder in de drive-through en het laboratorium te vinden. ‘Ik kon toen zoveel werken omdat ik weinig hoefde te doen voor mijn studie. Alles werd in die eerste weken gedigitaliseerd. Inmiddels ben ik weer bezig met een vak en daarnaast werk ik nog drie dagen per week. Dat gaat goed zo.’
Na de zomer gaat ze stoppen met deze bijzondere bijbaan omdat haar stage begint. ‘Ontzettend jammer, want ik ga het team heel erg missen. Maar ik heb ook ontdekt dat dit niet de richting is die ik later op wil gaan, ik wil meer met onderzoek doen. Hoeveel mensen kunnen dat nou zeggen van hun bijbaantje,’ eindigt ze lachend, ‘dat ze er ontdekken welke richting ze op willen?’
Lees ook:
Vidius-voorzitter Falco werkt als schoonmaker op de corona-afdeling