Dit zijn ze! De tweede vijf van de 21 halve finalisten in de Docent van het Jaar verkiezing 2013: Laurens, Carla, Hans, Jacoba en Jenny. Tot 18 april kun je stemmen op jouw favoriete docent, en wie weet staat hij/zij op 16 mei in de grande finale!
Stemmen maar! (tot 18 april)
‘Studenten maken mijn vak’
Wie? Laurens Vreekamp (32)
Wat? Interaction design/user experience design
Waar? Communication & media design aan de faculteit Journalistiek & Communicatie
Hoe lang al? Drie jaar
Hoe was je eerste keer voor de klas?
‘Ik dacht, shit, weet ik het allemaal wel? Maar kreeg meteen leuke input van de studenten. Ik werd en word nog steeds door ze verrast, kan een hele les bouwen om een app of een film die ze gezien hebben. Precies volgens het boekje maar dan vanuit hun wereld.’
Wat is belangrijk aan jouw vak?
‘Mijn studenten leren kijken naar mensen, ze observeren, met ze praten.’
Wat zeg je tegen een student die het even niet meer ziet zitten?
‘Studenten zeggen wel eens, je stelt meer vragen dan je antwoorden geeft. Ik zou achterhalen waar het vandaan komt. Relatiedip, kater, iets met ouders. Ik oordeel nergens over. Alleen als je te laat komt en je hebt geen goede reden, staat er iets tegenover. Iets vertellen over wat je inspireert bijvoorbeeld’
Waarom denk je dat ze jou hebben genomineerd?
‘Echte interesse voor studenten. Zij maken mijn vak. Eén van hen zei laatst een beetje balend: ‘bij jou kan ik nooit achterover leunen, maar dat is eigenlijk goed hè.’’
‘Mijn lach is aanstekelijk’
Wie? Jenny du Plessis (50)
Wat? Engels
Waar? Lerarenopleiding Engels aan de faculteit educatie
Hoe lang al? Twee jaar
Hoe was je eerste keer voor de klas?
‘Ze hebben me afgemaakt. Het was mijn eerste middelbare schoolklas in Nederland, en ik was de gehoorzame kinderen in Zuid-Afrika gewend die gezamenlijk opstonden en ‘Goedemorgen mevrouw’ zeiden. Maar ik dacht: als jullie je diploma halen jongens, ben ik nog hier. En ik heb het gehaald.’
Wat is belangrijk aan jouw vak?
‘De wereld is een dorp geworden, waar je met elkaar moet blijven communiceren om elkaar te blijven begrijpen. Engels is een wereldtaal, en als je die taal meegeeft aan studenten, geef je zoveel meer dan alleen de taal.’
Wat zeg je tegen een student die het even niet meer ziet zitten?
‘Ik heb geleerd niet direct met oplossingen te komen vanuit mijn perspectief maar zo iemand te laten praten en zelf met een oplossing te laten komen. Daarbij kan ik dan verder helpen.’
Waarom denk je dat ze jou hebben genomineerd?
‘Vijf jaar geleden was ik zelf deeltijdstudent, dingen als een onbegrijpelijke reader of superlang wachten tot je je toets terugkrijgt, begrijp ik maar al te goed, en probeer ik te voorkomen. Ik ben verder ontzettend toegankelijk. Ik zeg altijd: mijn grapjes zijn ontzettend flauw maar mijn lach is aanstekelijk.’
‘Ik sta geen onzin te vertellen’
Wie? Hans Grootaers (61)
Wat? Werken in de praktijk, gespreksvoering, etcetera
Waar? Instituut Social Work aan de faculteit Maatschappij en Recht
Hoe lang al? 18 jaar
Hoe was je eerste keer voor de klas?
‘Dat wil je niet weten! Ik kwam om 9 uur aanrennen, net op tijd, en 30 mevrouwen van rond de 25 keken mij aan met een blik zoals alleen vrouwen dat kunnen. Maar ik heb het overleefd.’
Wat is belangrijk aan jouw vak?
‘Studenten die met lastige doelgroepen gaan werken hebben praktische bagage nodig. Ze denken vaak dat iedereen op ze zit te wachten, en ik leer ze dat dit niet zo is, maar dat ze wel een grote verantwoordelijkheid krijgen als hulpverlener naar kwetsbare mensen. Ik ben daar heel fel op. Sommige studenten vinden mij een dominee, maar ik mag het van ze wel zijn.’
Wat zeg je tegen een student die het even niet meer ziet zitten?
‘Ga zitten kind, vertel eens. Veel studenten hier zijn ervaringsdeskundigen, oftewel hebben zelf het een en ander meegemaakt. Het is goed ze tijdens de studie in een veilige omgeving daarmee te confronteren. Ik wil ze het gevoel geven dat ze het waard zijn.’
Waarom denk je dat ze jou hebben genomineerd?
‘Vanwege mijn betrokkenheid. En ik sta geen onzin te vertellen. Ik laat zien dat er iets te halen valt in mijn vak voor ze: een blik in de keuken.’
‘Ik ben straight maar ook gezellig’
Wie? Carla Jonker (41)
Wat? Organisatiekunde, interne communicatie en communicatieve vaardigheden
Waar? Faculteit Communicatie & Journalistiek
Hoe lang al? 1,5 jaar
Hoe was je eerste keer voor de klas?
‘Ik was doodnerveus, mijn collega Marjon sleepte me er doorheen. Het was een nieuwe klas, en we zijn gaan speeddaten met de studenten. Het was meteen enorm leuk om echt contact met ze te hebben. Ik stond daarna te popelen om zelf te gaan.’
Wat is belangrijk aan jouw vak?
‘Ze leren mooie dingen te maken zoals websites en campagnes, en wat ik nou belangrijk vind is dat de mensen die ze ontvangen hun mooie dingen ook accepteren. Ik leer studenten kijken naar mensen en naar organisaties.’
Wat zeg je tegen een student die het even niet meer ziet zitten?
‘Ik huil niet mee met de wolven maar vraag: hoe hou je het toch nog vol? Er is altijd iets dat goed gaat namelijk. Vaak weet een student dat diep van binnen.’
Waarom denk je dat ze jou hebben genomineerd?
‘Ze zeggen vaak tegen me: je lessen zijn én gezellig én leerzaam! Ik ben straight in mijn communicatie naar ze, maar ook enthousiast en positief.’
‘Ik organiseer leuke extraatjes’
Wie? Jacoba Huizenga (35)
Wat? O.a. psychopathologie, contextuele benadering, supervisie
Waar? Instituut Social Work aan de faculteit Maatschappij en Recht
Hoe lang al? 3,5 jaar
Hoe was je eerste keer voor de klas?
‘Vreselijk! Ik dacht, ik vertel dat ik het spannend vind, maar daar had niemand een boodschap aan. Ik ging huilend naar huis. Met veel hulp van andere docenten en veel uitproberen kan ik nu zeggen: ik ben enthousiast over mijn vak, dat breng ik over, en dat lukt.’
Wat is belangrijk aan jouw vak?
‘Ik wil goede hulpverleners opleiden die hart hebben voor mensen maar die ook nadenken over zaken als: hoe ga ik om met mensen die iets heel ergs hebben gedaan?’
Wat zeg je tegen een student die het even niet meer ziet zitten?
‘Ik ga naast hem/haar staan en vooral niet de verantwoordelijkheid overnemen, ook als je ziet dat iemand worstelt. Vroeger was ik best kritisch, nu moedig ik meer aan.’
Waarom denk je dat ze jou hebben genomineerd?
‘Jij zegt waar het op staat, zeggen studenten wel eens tegen me. Dat vinden ze soms confronterend, maar wel prettig. Het beroepenveld vraagt dat ook van je. En ik organiseer leuke extraatjes voor ze, zoals een verkiezingsdebat en toegang tot interessante congressen.’