Achtergrond

Doceren kun je leren

Docenten aan de Hogeschool Utrecht zonder didactische scholing zijn verplicht een onderwijsbevoegdheid te halen. Dat kan sinds september bij het Expertisecentrum voor hbo-docenten. Ook doorgewinterde leraren kunnen hier een opfriscursus volgen. 

Het is maandagmiddag 15.00 uur. In het praktijklokaal op de tweede verdieping van de faculteit Educatie zitten acht docenten in de collegebanken. De meesten zijn jonge honden. De cursisten van de module Onderwijs Ontwerpen zijn al de hele dag in de weer met onderwijsmodellen en didactische concepten. 
In groepjes bespreken ze zelf meegenomen casussen. Renske Veenema (26), docent mondzorgkunde, brengt een voorbeeld uit haar praktijk in. Ze heeft te maken met een cursus waar studenten geen enthousiasme voor op kunnen brengen omdat ze een grote werkdruk ervaren. ‘Daardoor krijgen we niet die diepgang die we zouden willen’, legt ze na afloop van de bespreking uit. ‘Via deze module wil ik kijken hoe ik de cursus kan aanpassen zodat de studenten er meer aan hebben.’  
 
DE DIEPTE IN
Veenema combineert sinds februari haar mondzorgpraktijk met een baan in het onderwijs. Ze is niet opgeleid als docent en verplicht om een onderwijsbevoegdheid te halen. Dit in tegenstelling tot Elger Heere (38), docent bij de opleiding geodesie. Hij behaalde zo’n vijf jaar geleden zijn didactische bevoegdheden, is inmiddels ervaren in lesgeven en onderwijs-ontwikkeling en voorzitter van de curriculumcommissie. ‘Ik wil de diepte in en daarom volg ik de module Onderwijs Ontwerpen’, zegt hij. Want hij en zijn collega’s werken vooral op gevoel.
 
Sinds september kunnen docenten voor didactische bijscholing terecht bij het Expertisecentrum docent HBO, ondergebracht in de faculteit Educatie en verbonden aan het lectoraat Beroepsonderwijs. Nieuwe docenten zijn verplicht een introductiecursus te volgen. Degenen met een didactische aantekening krijgen de eendaagse training, anderen een driedaagse cursus. Naast deze stoomcursussen bestaat het verdiepende traject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheden met de modulen Toetsen en Beoordelen, Onderwijs Ontwerpen en Onderwijs Uitvoeren. Nieuwe en zittende docenten kunnen een van de cursussen of het gehele traject volgen.
 
VASTE AANSTELLING
Er worden hoge eisen gesteld. De studiebelasting per module bedraagt vijf EC (studiepunten), dat is 140 uur verdeeld over een onderwijsblok van tien weken. Om deel te nemen, heeft de cursist een masterdiploma nodig, de introductiecursus afgerond en is docent aan de hogeschool. 
‘Nieuwe docenten zonder didactische aantekening moeten drie modules volgen, om een vaste aanstelling te krijgen. Voor degenen die didactisch geschoold zijn, is het afhankelijk van hun persoonlijke situatie en ontwikkeling of ze één of meerdere cursussen volgen’, zegt Marijke Hezemans, onderwijskundig adviseur bij het expertisecentrum.
Het onderwijs wordt gegeven volgens de principes van blended learning, dus een combinatie van face-to-face onderwijs, online contact en opdrachten uitvoeren op de werkplek.
 
ACCREDITATIE
Een goed gestructureerde bijscholing van docenten is in toenemende mate noodzakelijk, betoogt Hezemans. Want er komt steeds meer op de docenten af. Ten eerste is daar de verschuiving van kennisoverdracht naar de rol van coach en begeleider. Daarbij wordt van studenten verwacht dat ze sneller studeren en eerder afstuderen. Ook de introductie van onderzoeksvaardigheden in het onderwijs vergt meer van docenten. 
En last but not least is door de affaires bij onder meer Inholland, waar te makkelijk diploma’s werden verleend, de focus sterk komen te liggen op toetsen en beoordelen. Bij de accreditatie van de opleidingen wordt hier bijvoorbeeld erg streng naar gekeken. Vandaar dat daar een aparte module voor is ontwikkeld. 
Hezemans: ‘De docent wordt steeds meer aangesproken op zijn beoordelend vermogen. Hij moet tijdens intake-assessments snel inschatten wat voor vlees hij in de kuip heeft. En bij begeleiding van studenten moet hij continu aangeven hoe zij zich kunnen ontwikkelen en dan is daar nog de afsluitende beoordeling waarin het eindniveau getoetst wordt.’
Het ontwerpen van onderwijs, de tweede module in het traject, is ook een vaardigheid die de hedendaagse docent in zijn mars moet hebben. Aan de orde komen onder meer hoe met gebruik van didactische hulpmiddelen een logische opbouw wordt gecreëerd. Maar ook meer praktische zaken passeren de revue: hoe instrueer ik studenten zodat ze daadwerkelijk een opdracht uitvoeren.
Docenten die deze module volgen, maken ook daadwerkelijk ook een of meerdere onderwijsonderdelen. ‘Het is de bedoeling dat ze een casus uit de praktijk meenemen, bijvoorbeeld een cursus die ze opzetten of verbeteren. Het uiteindelijke resultaat krijgt een plaats in de digitale leeromgeving van de HU. Die staat dan meteen klaar om gebruikt te worden’, vertelt de onderwijskundige. 
 
WEBLECTURES
In de module Onderwijs Uitvoeren, de derde poot van het traject, staat de interactie met studenten centraal. Het is niet altijd zo dat docenten die bogen op jarenlange ervaring geen bijscholing nodig hebben. Het docentschap is geen gave die iemand bij de geboorte meekrijgt. Nee, doceren kun je leren, zo is de huidige opvatting. ‘We zien vaak in evaluaties en bij accreditaties kritische opmerkingen van studenten over de kwaliteit van docenten. Die gaan dan over de manier van begeleiden, beoordelen of feedback geven. Dat is een van de redenen waarom we deze cursus aanbieden’, stelt de onderwijskundige.
Ook voor andere onderwijskundige vragen kunnen docenten en teams bij het Expertisecentrum docent HBO aankloppen: van hulp bij het gebruik van weblectures tot en met de invoering van een brede bachelor. Hezemans: ‘Met dat eerste zijn we misschien een middagje bezig maar dat laatste is een traject van jaren.’