Columns

Duidelijk Nederlands

De meeloopdag vandaag loopt niet op rolletjes. De docenten hebben consultancy groepjes, waardoor er geen gewone lessen zijn. De communicatie is niet goed gegaan. Ik mag op verzoek zes havo-leerlingen iets over ons instituut vertellen. Ik ben blij verrast dat ze allemaal weten dat je “het gebeurt” met een -t- schrijft. Ik haak een beetje in op de actualiteit en praat met ze over Noord-Afrika en het mogelijke bezoek van koningin Beatrix aan Oman.

Ik kom de koningin weer tegen, als ik de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek doorblader. In totaal 119 pagina’s. Bij de eerste pagina begrijp ik de discussie over wel of geen censuur op de speeches van de koningin. Wat een taalgebruik. En wij maar hameren op duidelijke taal in onze studieboeken, terwijl ‘onze eigen hoge onderwijswet’ in mijn ogen onleesbaar is.

WET van 8 oktober 1992, houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. (…) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de versterking van de kwaliteit, het vernieuwend vermogen alsmede de maatschappelijke gerichtheid van het bestel (…). En dan ben ik nog niet eens op de helft van die zin.