Ik ben opgegroeid in een multisamengesteld gezin. Veel en grote verschillen, die nooit een issue opleverde.
Verschillen worden nu prachtig gelabeld met het begrip “diversiteit”; schijnt met name in moeilijke tijden nodig te zijn.
In vrijwel elke organisatie wordt gesproken over diversiteit. Hier en daar is het zelfs onderdeel van beleid. Diversiteit blijk je zelfs te kunnen managen, las ik op internet. Er zijn dus cursussen en trainingen voor te koop. Ik vond zelfs van iemand een c.v. die zich diversiteitsmanager noemt. Ja, ook om te lachen is……
Nu vraag ik me wel eens vaak af, als verschildeskundige, wat nu eigenlijk bedoeld wordt met diversiteit. Dus ik op zoek naar definities. Ik vind er talloze en nu vraag ik me af wat nu eigenlijk bedoeld wordt met diversiteit.
Uiteindelijk vind ik een definitie waar ik me wel in kan vinden: “Diversiteit is het begrip waarmee verschillen worden aangeduid teneinde verschillen te kunnen reduceren tot diversiteit”.
‘Diepzinnig, maar erg cynisch, deze definitie’, meent een diversiteitsdeskundige desgevraagd. Vervolgens legt ze me uit wat diversiteit is. Al na vijf minuten haak ik af, maar ik zit de monoloog van ruim een half uur respectvol uit.
Ook de HU heeft diversiteitsbeleid. Al bij de titel haak ik af: “Kleur bekennen…”. Nee hè! Ik kan me zeker vinden in de definitie: “Diversiteit is het begrip waarmee verschillen worden aangeduid teneinde verschillen te kunnen reduceren tot diversiteit”.