Ellen is vierenzestig en woont al jaren tussen de bloemen en de staartklokken in een seniorenflat in Hoograven. Ze is door corona en een operatie een tijd niet zo mobiel geweest. Twee jaar geleden gaf het buurtteam haar op voor Oma’s Soep. Elke twee weken staat er een student voor de stoep met een kom soep. Soms komt de student mee naar binnen voor een kop koffie of een kom soep.
Vorig jaar, net voor de kerst, nodigde ze student en vrijwilliger Julia uit om haar kerstversiering te bekijken. Familie kwam toen nauwelijks langs. Ze raakten aan de praat. Inmiddels komt Julia geregeld langs bij Ellen en stuurt ze haar vakantiefoto’s. De student stuurde haar een kaartje met ‘veel liefs’ erop toen Ellen een beenoperatie kreeg. De enthousiaste zestiger praat terwijl ze haar poes Snuitje aait: ‘Julia zei laatst tegen me dat het bij mij altijd lijkt alsof ze er nog maar net is, maar dan zijn we al uren aan het kletsen.’
Gezellig
Voor Ellen is het bijzonder dat mensen haar thuis komen opzoeken. ‘Ik woon alleen, zonder partner. Ik probeer actief te zijn, ik geef Utrechters met een taalachterstand vrijwillig taalles, ik zing in de kerk en ben ook lector. Vrienden en kennissen komen niet zo vaak bij me langs. Mensen denken vaak dat ik toch wel bij anderen langskom. Dat vind ik erg jammer. Ik heb ook geen kinderen en mijn zussen hebben drukke levens. Als een student me dan opzoekt, vind ik dat echt heel gezellig. Met corona en door mijn operatie zag ik minder mensen. Nu begint mijn breiclubje, het koor en de bingoclub gelukkig weer.’
HU-student Ross belde aan de start van een nieuw jaar enkele keren met Ellen. Die gesprekken begonnen met of ze nog soep aan de deur bezorgd wil hebben, maar eindigde anders. Ross: ‘Laatst waren we nog een half uur aan het praten over het woningtekort onder studenten en over het verlies van Nederland tijdens het EK.’
Ross doet sinds anderhalf jaar vrijwilligerswerk bij Oma’s Soep. ‘Dat begon met de vriendin van mijn oma. Die zag eigenlijk nauwelijks nog mensen. Ik wilde iets voor haar doen. Toen kwam ik uit bij Oma’s Soep.’
Oma’s soep
Oma’s Soep, dat drie jaar geleden in Amsterdam begon, is nu actief in acht steden. De twaalf soeprecepten zijn bedacht door drie ‘oma’s’. Jongeren en ouderen bereiden de soepen samen in de keukens van verzorgingshuizen. In Utrecht zijn dat bijvoorbeeld de DOCK-buurthuizen in Tuindorp, Lombok en Sterrewijk. De vrijwilligerscentrale wordt hier gerund door zes vaste student-vrijwilligers. Elke week brengen de vrijwilligers de soepen in plastic bakjes naar zo’n vijftig adressen en verzorgingshuizen. De soep wordt ook verkocht in supermarkten. De opbrengsten daarvan zet het bedrijf in voor ouderenactiviteiten. De ouderen krijgen kosteloos soep.
Ross: ‘Van de week hadden we een gala met veertig ouderen en veertig studenten. We dronken wat samen en hebben nog tot acht uur gedanst. De ouderen waardeerden dat zó erg dat sommigen zelfs een beetje moesten huilen. Ze misten het om zoveel mensen om zich heen te hebben.’
Afgelopen week kreeg Ellen weer bezoek van Julia. ‘We hebben rummikub gespeeld. Ze gaat binnenkort naar Zuid-Korea. Gelukkig blijven we appen.’