De opleiding Fysiotherapie verwelkomt dit jaar 45 procent meer eerstejaarsstudenten dan vorig jaar. En dat in een tijd van dalende studenten-aanmeldingen. Waarom Els Mulder en Peter Ceelaert niet verrast zijn en ook geen slingers hebben opgehangen.
De opleiding Fysiotherapie is uit zijn voegen gebarsten. Opleidingsmanager van het Instituut Bewegingsstudies (IBS) Els Mulder en teamleider eerstejaars Peter Ceelaert regelden dat dat met beleid gebeurde.
Hoe hard klinkt het gejuich in de wandelgangen?
Ceelaert: ‘We zagen het aankomen. Na het loslaten van de numerus fixus wisten we: we gaan groeien. Dat hadden we gezien bij andere opleidingen die hem ook hadden losgelaten. We maakten ons eerder zorgen over een teveel aan aanmeldingen. Want te snel groeien wil je ook niet.’
Mulder: ‘We hadden daarom drie scenario’s laten doorberekenen door Marketing en Communicatie. Daarbij zijn we uitgegaan van het middelste scenario, 550 voltijd eerstejaars bachelor studenten. Het uiteindelijke aantal aanmeldingen (537, red) is daar iets onder uitgekomen. Maar we zijn er blij mee. Zeker in deze tijd.’
Waarom hadden jullie die numerus fixus afgeschaft?
Ceelaert: ‘De roep om fysiotherapeuten in de samenleving neemt toe. Er is veel werk en de baankans is goed. Tegelijkertijd zagen we dat we onze numerus fixus niet vol kregen. Andere fysio-opleidingen haalden meer studenten binnen, omdat zij de numerus fixus al hadden laten varen. De bezuinigingen kwamen daar nog eens bovenop. Minder studenten betekent ook gewoon minder inkomsten’.
Maar het gaat toch slecht met fysiotherapeuten, met 70 procent die serieus overweegt het vak te verlaten, vanwege de hoge werkdruk en de lage waardering?
Ceelaert: ‘Dat zorgt er dus juist voor dat de vraag naar nieuwe fysiotherapeuten groot is. We willen fysiotherapeuten afleveren die lang in het vak blijven en dusdanig onderlegd zijn, dat ze zich ook in een lastige markt kunnen handhaven. Dat ze een goede boterham kunnen verdienen door ondernemend, preventief of innovatief bezig te zijn.
Wij hebben overigens ook een andere taak dan alleen fysiotherapeuten afleveren. Het vak draait niet alleen om eerstelijns behandelingen en patiënt – therapeutcontact. Het is een rol in de regio vervullen, onderzoek doen en samenwerken met andere zorgverleners in de maatschappij.’
Hoe hebben jullie nu meer docenten geregeld?
Mulder: ‘Die waren niet nodig. We zijn bijna twee jaar geleden begonnen met de voorbereidingen. Met het idee dat we altijd konden afschalen. Vacatures hebben we uiteindelijk niet hoeven uitzetten, maar de vacaturetekst stond klaar.
De docenten die we al hadden, zetten we anders in. Meer op eerstejaars onderdelen. Daarbij hebben we grotere klassen en leerteams gemaakt. Ook zijn de lessen teruggeschroefd van twee naar anderhalf uur. Maar zonder aan onderwijskwaliteit in te leveren.
Onderdelen als intake en matching en toetsexpertgroepen (die de kwaliteit van de toetsing waarborgen) hebben we afgeschaald. Niet omdat die niet belangrijk zijn, maar omdat we het aantal docenten stabiel willen houden, zodat studenten dezelfde vertrouwde gezichten blijven zien.’
Past iedereen nog in jullie gebouwen?
Mulder: ‘Je krijgt lokalen toegewezen op basis van het aantal aanmeldingen. Theorielokalen zijn er in overvloed. Praktijklokalen is een ander verhaal. We hadden tien grote en vier kleine lokalen, een sportzaal en een lokaal waar allerlei apparatuur staat. We hebben een extra praktijkruimte gekregen op de Bolognalaan.’
Wat verwachten jullie voor de toekomst?
Ceelaert: ‘Volgend jaar hebben we ongetwijfeld minder nieuwe aanmeldingen, doordat andere opleidingen ons voorbeeld gaan volgen en de numerus fixus eraf zullen halen. Dat is prima. Het tweede jaar wordt natuurlijk groter. Daarom zijn we nu druk bezig met het veiligstellen van de stages voor de tweede en derdejaars studenten. De vraag daarnaar neemt nu toe, en daar zijn we natuurlijk alleen maar blij mee.’
Els Mulder is sinds 1997 werkzaam bij de HU. Vanaf 2010 werkt ze bij het IBS. Ze heeft een verpleegkundige achtergrond en lange tijd bij Verpleegkundige Studies gewerkt. Peter Ceelaert werkt sinds 2010 als docent bij het IBS.