Het vertrouwen in het hbo-diploma ligt onder vuur na kritische artikelen in de media en onderzoeken van de Onderwijsinspectie bij Inholland en andere hogescholen. Staatssecretaris Zijlstra grijpt in om het imago te herstellen: landelijke examens voor de kernvakken, alle hbo-docenten een mastertitel en een scherpere inspectie. Zorgen deze maatregelen voor een kwalitatief beter hbo?
Sebastiaan Hameleers
Lid dagelijks bestuur centrale medezeggenschapsraad (CMR), huidig voorzitter vereniging MUST en aanstaand voorzitter van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO):
‘De nieuwe maatregelen die Zijlstra stelt voor het hbo zijn een stap in de goede richting. Het voorkomt dat het hbo-diploma niets meer waard is en afgestudeerden geen baan kunnen vinden. Het landelijk examen waarbij de kernvakken getoetst worden, maakt het mogelijk om de kwaliteit tussen de opleidingen en de verschillende instellingen te vergelijken. Met de komst van meer gerichtere inspectie wordt het niveau en de kwaliteit van opleidingen dubbel gecheckt.
Maar het zorgt niet voor de kwaliteitscultuur binnen het hbo dat ik graag wil zien. Het gaat erom wat de opleiding zelf doet om de kwaliteit te waarborgen. Het hbo moet niet gaan om rendement en geld, maar om het leveren van kwalitatief onderwijs. Daarbij moeten opleidingen klachten van studenten serieus nemen en niet in de achterkamers afhandelen of wegmoffelen. Juist voor de medezeggenschap moeten deze klachten inzichtelijk zijn, zodat wij kunnen controleren of er werkelijk wat mee gedaan wordt. Een (half)jaarlijkse klachtenrapportage van het klachtenloket voor de medezeggenschap zou een stap in de goede richting zijn.’
Gerard Smit
Docent journalistiek en filosofie aan de faculteit Communicatie en Journalistiek:
‘Er heerst al een kwart eeuw een discussie over de kwaliteit van het hbo-onderwijs. Continu worden er maatregelen bedacht om de kwaliteit te verbeteren. Wat dat betreft lijkt het hbo op een patiënt die maar niet beter wil worden. Algemene maatregelen zijn zinvol als randvoorwaarde, maar verbeteren niet noodzakelijk de kwaliteit. Zo lijken mij gelijke examens de dood in de pot. Ook gaat het bij het hbo om de combinatie van ervaring en kennis. Je zou een vak moeten leren van mensen die zelf in het vak hebben gewerkt. De maatregelen van Zijlstra zijn goed bedoeld maar maken de patiënt niet beter. Het probleem in het hbo-onderwijs ligt eerder aan motivatie dan aan controle. Studenten kunnen eindeloos herkansen, iedereen studeert op het zelfde niveau af en er is geen aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs. Meer concurrentie en differentiatie tussen de opleidingen lijkt me stimulerender dan alles gelijkschakelen.’
Judith Malotaux
Student sociaal juridische dienstverlening en lid van het Studenten Actie Comité:
‘Ik vrees wel voor de kwaliteit van mijn hbo-diploma. Werkgevers kunnen bedenkingen hebben bij het niveau. De maatregelen die Zijlstra neemt zullen zeker problemen oplossen, maar dan alleen aan de oppervlakte van het hbo. Ik denk dat het goed is dat iedere hbo-opleiding apart wordt doorgelicht. Dat leidt tot beter onderwijs. Meer inspectie en controle van opleidingen is sowieso goed. Maar de kern van het probleem wordt hier niet mee opgelost. Het probleem is dat hbo-instellingen worden betaald voor alle studenten die binnen een bepaalde tijd hun diploma halen. Het gaat tegenwoordig meer om de kwantiteit in plaats van kwaliteit; het draait immers om geld. Dat moet veranderden.’