Geld is een heet hangijzer. Helemaal in het onderwijs. Leerkrachten krijgen te weinig betaald, waardoor het beroep geen aantrekkingskracht heeft. De leiding van onderwijsfabrieken krijgen daarentegen te veel salaris en bonussen. Geld wordt over de balk gegooid doordat zogenaamde vernieuwingen ingezet worden in plaats van het verbeteren van een status quo. Continuïteit is ver te zoeken.
Speerpunten worden benoemd en weer losgelaten, want ze blijken te veel geld te kosten. Het zijn vaak loze kreten. Het is ook niet makkelijk voor het Nederlandse onderwijs, dat het moet doen met relatief veel minder geld dan onze Europese bondgenoten. Een schijnbeweging van het kabinet, dat 1.3 miljard euro extra geld uitgeeft, maar hetzelfde eerst bezuinigt. En dat terwijl de komende jaren meer leerlingen en studenten onderwijs gaan volgen, wat eigenlijk een extra bezuiniging betekent.
In crisistijd moet je de hand op de knip houden. Aan de andere kant lees je wel dat Duitsland en Nederland de rijkste Euro-landen zijn. Hoe kan een minister van onderwijs dan blijven roepen dat Nederland tot de top vijf kenniseconomieën moet gaan behoren zonder de beurs open te trekken? Dat is je kop in het zand steken. Wanneer krijgen we nu eens een echte onderwijsminister met visie?