Gijs Eggenkamp studeert Journalistiek aan de HU en schrijft soms een column voor Trajectum.
Een lange tijd heb ik getwijfeld om dit te schrijven. Maar het gaat over de meeste studenten, las ik laatst, dus er mag weleens een woordje aan gewijd worden. Om studenten ook eens een keertje een stem te geven.
Begin dit jaar kreeg ik spontaan appjes van vvv’tjes – vriendjes van vroeger – dus vorige week bezocht ik een goede vriend. We zouden gewoon slap lullen en koffiedrinken, had hij gezegd. Hij is zo’n jongen die barst van de talenten en successen: representatief, eloquent, slim, harde werker… Zo eentje die met een onbevangen, nonchalante joie de vivre zijn leven tegemoet gaat. Dat je denkt: is hij zo vrolijk door zijn successen, of juist andersom? De zonnestralen vallen altijd aan de andere kant van de heuvel.
Uiteindelijk nam het gesprek toch een draai in de diepte. Naast politiek, waarover we het hadden als echte heren van de thee, ging het over de bijzondere gebeurtenissen, liefdes en personen in ons leven van afgelopen jaar. Kortom, een jaarlijks reflectiegesprek op ons bestaan. Ik stelde hem voor, net als Nietzsche altijd deed, de diepte bij het wandelen te bespreken.
Onder de zonnestralen vertelde ik hem met moeite een pijnlijk verhaal van een jongen die op zes hoog op het balkon staat, na veel te veel gezopen te hebben en te veel slechte grapjes gemaakt te hebben. De jongen klimt over de reling met het idee: ‘Als het zó moet, dan hoeft het niet meer…’ Uiteindelijk wordt die jongen gered door een lief meisje en wordt hij – nog steeds dronken – op bed gelegd. Het loopt goed af.
Geschrokken luisterde mijn vriend naar het verhaal, details incluis. Na een korte stilte, reageerde hij geschrokken: “Maar Gijs, als ik mocht, zou ik ook jóuw leven wel willen leiden hoor!”
Tsja, het regent eigenlijk ook zonnestralen.