Columns

Gijs ging af. Bij College Tour

Foto: Kees Rutten

Maandagavond ging ik met een vriendin – waarvan ik alleen kan wensen dat het meer is – naar de opnames van College Tour. Ditmaal met Christine Lagarde in het Amsterdamse Carré. Lagarde is een vrouw met een glanzend cv: goed gestudeerd, minister van financiën geweest, president van de Europese Centrale Bank. Maar het mooiste: ze is Frans!

Bij aankomst herkende ik mensen. Studiegenoten, politieke fetisjisten en zelfs vrienden spraken me aan: ‘Ga je ook een vraag stellen?’ Ik twijfelde. ‘Áls ik het doe, doe ik het goed.’ Een halfuurtje van tevoren had ik de Wikipediapagina van Lagarde gelezen. Daar vloeide een vraag uit voort met ingewikkelde Griekse namen die ik kon onthouden noch uitspreken. Als ik een vraag stel, dan niet zo’n ingewikkelde met een ellenlange intro, dacht ik nog.

De eerste vraag in de show werd gesteld door iemand die ik ken, de tweede door iemand die ik niet ken en de derde kende ik weer wel. Uiteindelijk durfde ik ook op te staan en Twan gaf me het woord. In het Engels stamelde ik een lang en ingewikkelde intro, totdat Twan me onderbrak: ‘But Gijs, what’s the question?’ Shit, was ik tóch die jongen geworden. Een beetje indruk maken op een vriendin…

Lagarde merkte op dat mijn research onvoldoende was. Zij wist de Griekse namen wél zonder moeite uit haar mouw te schudden. Ik kon haar natuurlijk niet tegenspreken. ‘Sorry’, stamelde ik, ‘mijn fout.’ Ik ging af, en zij liep af. Ik zat aan het gangpad en sprak haar nog aan om te zeggen dat de bron van het artikel toch echt een BBC-bericht was, dus ze beloofde nog met me in gesprek te gaan. Ik mocht door de beveiliging als alles voorbij was.

Dat gesprek is er nooit van gekomen, dus iedereen blijft denken dat ik die gek ben. Teleurstelling op teleurstelling. Geen antwoord en geen gesprek. Nu zal niemand ooit weten dat ik gelijk had.

Vrijdag kwam ik op school de jongen van de eerste vraag tegen. ‘Ik moet mijn vraag opnieuw opnemen’, zei hij toen hij aan kwam lopen. ‘Terwijl ik haar wikipediapagina gelezen had’, zei hij nog. Hij liep door de gang en was al bijna de hoek om, ‘En je had gewoon gelijk!’ Daarna heb ik hem niet meer gezien. Zie je wel?, dacht ik. Zie je wel?!