Achtergrond

Gijzeling in Jemen

Oud-student civiele techniek Semere Gidey werd in 1995 gegijzeld, tijdens zijn stage in Jemen. Hij heeft nooit spijt gehad van zijn reis. ‘Ik heb heel goede herinneringen aan Jemen.’

Gidey zat vijf maanden in Jemen toen hij plots in de loop van een geweer keek. ‘We reden na het werk naar huis en stopten bij de woning van een collega. Een man klom in onze auto en richtte een kalasjnikov op mij. Mijn collega stapte snel uit, maar ik moest doorschuiven en in de auto blijven. We reden vervolgens zes uur door de woestijn’, zegt Gidey. Gidey studeerde twintig jaar geleden civiele techniek aan de Hogeschool Utrecht en liep stage bij Euroconsult. Hij werkte aan een riolerings- en drinkwaterproject in het Jemenitische plaatsje Rada, dat toen zo’n 45.000 inwoners telde.

Tijdens zijn gijzeling bracht Gidey vier dagen door in een tentenkamp in the middle of nowhere, maar daar heeft hij weinig nare herinneringen aan overgehouden. Er werden schapen
voor hem geslacht, hij at qat (een drug) en mocht drinken wat hij wilde. ‘De gijzelnemers behandelden mij beter dan zichzelf’, zegt Gidey.

Hij hoorde na zijn vrijlating pas waarom hij werd vastgehouden. ‘Kort voor mijn stageperiode woedde er een oorlog in Jemen. Omdat de overheid geen geld had om soldaten te
betalen, plunderden die alles wat ze konden plunderen. Zo ook mijn gijzelnemers. Zij hadden auto’s en wapens buitgemaakt, maar het leger had die in beslag genomen. De nomaden
in het tentenkamp wilden mij gebruiken om die buit terug te krijgen’, zegt Gidey. Na een lange onderhandeling kregen de gijzelnemers een aantal zakken meel en een auto, waarna
de HU-alumnus werd vrijgelaten.
Hij wist van tevoren dat er risico’s kleefden aan zijn reis. ‘De situatie was in die tijd niet zo gespannen als nu, maar we hadden bijvoorbeeld wel een veiligheidsswitch in de auto, omdat er veel autokapingen plaatsvonden. Als je die omzette, kon de auto niet meer gestart worden’, zegt hij. Ondanks de risico’s heeft de hogeschool hem nooit ontmoedigd. ‘De HU vond er volgens mij
niet zoveel van’, zegt hij. Gidey weet alleen nog dat hij een bosje bloemen kreeg van de hogeschool, toen hij weer terug in Nederland was.
Anno 2015 zijn HU-studenten nog steeds redelijk vrij om te gaan en staan waar ze willen. Ze ‘mogen’ alleen niet naar landen waarvoor een reiswaarschuwing of negatief reisadvies geldt, tenzij ze een bepaald formulier ondertekenen. Daar staat in dat ze op de hoogte zijn van de risico’s en dat de HU niet aansprakelijk is als hen iets overkomt.
Als het reisadvies voor een land verandert, gaat bij het International Office (IO) van de HU een belletje rinkelen. Als HU-studenten in een risicogebied zitten, waarschuwt het IO de stagecoördinatoren. ‘Vorig jaar liepen de spanningen in het conflict tussen Noord- en Zuid-Korea op. Toen is er contact geweest met studenten in Zuid-Korea. Eén student kwam
terug, omdat die zich niet veilig voelde. De andere studenten besloten te blijven’, zegt Nanda Vrielink van het IO. Vrielink vertelt dat er de afgelopen jaren geen incidenten zijn geweest, die vergelijkbaar zijn met die van Gidey. Wel een aantal ‘persoonlijke incidenten’, zoals berovingen.
Gidey zijn visie sluit aan op die van de hogeschool. ‘Je moet het per gebied bekijken’, zegt hij. Ondanks zijn gijzeling is hij positief over reizen naar risicovolle gebieden. ‘Ik heb hele goede herinneringen aan Jemen’, zegt Gidey. Hij is in 2006 zelfs nog terug geweest naar Rada, de plaats waar hij zijn stagewerkzaamheden uitvoerde. Hij trof een bloeiend stadje aan. ‘Rada heeft veel gehad aan de productie van qat in het gebied’, concludeert hij.
Na zijn studie heeft Gidey weinig buitenlandavonturen meer meegemaakt. ‘Als je net begint met werken, is het lastig om projecten in het buitenland te doen’, zegt hij. De HU-alumnus
werkte tien jaar bij engineeringbedrijf Arcadis en is momenteel actief als zzp’er. Hij ontwerpt bruggen en tunnels. ‘En nu heb ik een gezin met kleine kinderen. Dat maakt werken
in het buitenland een grote stap.’